3
Installatieprocedure
Voor een succesvolle installatie is het van belang dat u alle
aanwijzingen, die in dit deel van de handleiding gegeven
worden, toepast. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen
zou kunnen leiden tot een slechte werking van de
apparatuur, niet te wijten aan de kwaliteit van het product,
als gevolg waarvan iedere vorm van garantie van de
fabrikant zal komen te vervallen.
3.1
Afmetingen en kenmerken van het vertrek waarin
de airconditioner geïnstalleerd wordt
Alvorens de airconditioner te installeren is het van
fundamenteel belang dat u de warmtebelasting in de zomer
van het betreffende vertrek berekent (en bij modellen met
warmtepomp tevens die van de winter).
Hoe beter deze waarde berekend wordt des te beter het
product zijn taak zal vervullen.
Bij het uitvoeren van de berekeningen dient u zich te houden
aan de geldende normen (UNI ref. Wet 10/91) of aan op
dezelfde normen gebaseerde tabellen, zowel afgedrukt als
gecomputeriseerd.
Bij uitzonderlijke toepassingen raden wij aan dat u zich
wendt tot gespecialiseerde thermotechnische installateurs.
Voor zover mogelijk dient geprobeerd te worden om de
voornaamste warmtebelastingen door de volgende
voorzorgsmaatregelen te beperken:
Voor grote, aan de zon blootgestelde raampartijen wordt
het aanbevolen om gordijnen te hangen of beter nog,
externe schermen (jaloezieën, zonneschermen,
weerkaatsende folies enz.)
Het geklimatiseerde vertrek moet zo lang mogelijk gesloten
blijven.
Vermijd het gebruik van halogeenlampen met een hoog
stroomverbruik of andere elektrische apparaten die veel
stroom verbruiken (ovens, stoomstrijkijzers, elektrische
kookplaten enz.).
3.2
Keuze van de plaats van installatie van de
airconditioner
De installatie moet uitgevoerd worden op een buitenmuur.
Om vervelende luchtstromen te vermijden moet het product
in een dusdanige positie geplaatst worden dat de
luchtstroom uit het rooster niet rechtstreeks wordt gericht
op veelvuldig betrede zones (bedden, bureaus, eettafels,
fauteuils, zitbanken enz.).
Waarschuwing: Als, volgens de voorafgaande criteria,
de juiste plaats voor het installeren eenmaal gevonden
is, moet u controleren of er op de plaatsen waar u van
plan bent de gaten aan te brengen geen structuren of
installaties aanwezig zijn die het boren van de voor
installatie noodzakelijke gaten zouden kunnen
belemmeren (balken, pijlers, waterleidingen,
stroomkabels enz.).
Controleer nogmaals of er geen obstakels bestaan voor
de vrije circulatie van de lucht door de gaten die u gaat
maken (planten en de bladeren ervan, lambriseringen,
luiken, tralies of roosters met te kleine gaten enz.).
3.3
Gaten boren in de muur
De gaten moeten gemaakt worden met geschikte
apparatuur die het werk zal vereenvoudigen en de klant
geen onnodige overlast en schade zal veroorzaken. Het
beste gereedschap om gaten met een grote doorsnede in
muren te boren is een speciale boormachine ("kernboor"
genoemd) met een zeer hoog torsiemoment en met een
van de doorsnede van het te boren gat afhankelijke
regelbare rotatiesnelheid.
Om te voorkomen dat er grote hoeveelheden stof en gruis
in de woonruimte verspreid worden kan de kernboor
aangesloten worden op een afzuigsysteem dat voornamelijk
bestaat uit een soort stofzuiger die op een hulpstuk (een
soort zuignap) aangesloten moet worden en vlak bij de boor
gehouden moet worden. Ons "Service" kantoor kan u
vertellen waar u terecht kunt voor deze apparatuur.
Voor het boren van het gat dient u als volgt te werk te
gaan:
Plaats de bijgeleverde boormal, die met plakband op zijn
plaats gehouden kan worden, tegen de muur aan en houd
daarbij de op de mal aangegeven minimumafstanden: vanaf
het plafond, de vloer en de zijwanden.
Teken, voordat u met boren begint, met een kleine boorpunt
of een priem op uiterst nauwkeurige wijze het middelpunt
van elk van de te boren gaten af.
Breng met behulp van een kernboorpunt met een doorsnede
van tenminste 154 mm de twee gaten voor de in- en uitlaat
van de lucht aan.
Waarschuwingen: Deze gaten dienen enigszins schuin
aflopend naar buiten geboord te worden om het
terugstromen van condenswater uit de kanalen te
vermijden (zie fig. 1).
FIG.1
Het grootste deel van het weggeboorde gruis wordt naar
buiten
gestoten
voorzorgsmaatregelen getroffen worden om te
voorkomen dat er daarbij mensen geraakt worden.
Om zoveel mogelijk te vermijden dat het stucwerk aan
de buitenkant beschadigd raakt moet u bij het maken
van het laatste deel van het gat uiterst voorzichtig te
werk gaan en minder hard op de kernboor drukken.
162
en
er
moeten
daarom