Configuratie van de afstandsbediening
De afstandsbediening vormt de verbinding tussen de
gebruiker en het apparaat. Het is dus van het grootste
belang dat u de onderdelen van de afstandsbediening kent
die een dergelijke verbinding mogelijk maken.
T1 In-/uitschakeling.
T2 Automatische functie.
T3 Nachtfunctie.
T4 Keuzeschakelaar werkwijzen.
T5 Keuzeschakelaar ventilatorsnelheid.
T6 Drukknop voor de instelling van de juiste tijd en de
programma's.
T7 Drukknop voor het vermeerderen (+) of verminderen
(-) van de ingestelde waarde van de temperatuur/tijd.
T8 Drukknop voor de inschakeling van de uitwendige
luchtinlaat (uitsluitend indien het apparaat met deze
accessoire uitgerust is).
T9 In-/uitschakeling van het verstelbare keerschot.
T10 Reset drukknop.
T11 Drukknop voor de inschakeling van de programma's.
D
Display: op de display worden naast de waarden van
FIG. 4
D 3
D 2
D 1
D 8
D 9
T 1
T 5
T 4
T 8
T 9
de instellingen die ingevoerd worden de signaleringen
voor de staat van de werking weergegeven.
D1 Weergave van de ventilatorsnelheid of van de
automatische werkingsstand (AUTO).
D2 Verwarming.
D3 Koeling.
D4 Alleen ontvochtigen.
D5 Inschakeling van de externe luchtinlaat.
D6 Inschakeling van de nachtfunctie.
D7 Inschakeling van de automatische functie.
D8 Inschakeling van het eerste werkingsprogramma.
D9 Inschakeling van het tweede werkingsprogramma.
D10 Weergave van de temperatuur (thermometer) of de
uren en minuten (H M).
De afstandsbediening is daarnaast voorzien van een
schuifdeksel dat in een dusdanige stand gezet kan worden
dat alleen de drukknoppen voor de in-/uitschakeling, de
automatische functie en de nachtfunctie toegankelijk zijn.
Met het deksel in deze stand kan het apparaat dus wel
ingeschakeld worden maar wordt iedere wijziging van de
afstellingen ervan voorkomen.
D 4
176
D 5
D 6
D 7
D 10
T 2
T 3
T 6
T 7
T 11
T 10