Instelling van de inschakeling, de stopdruk en de uitademweerstand voor het
•
optimaliseren van de ademhalingstherapie.
•
Weergave van de ademhalingsfrequentie voor het optimaliseren van de ventilatie
van de patiënt.
Om aërosol te kunnen produceren met de gekozen geneesmiddelenverstuiver en het
gewenste ademhalingsgasdebiet te leveren, maakt het apparaat gebruik van
perslucht die via een ingebouwde compressor wordt geleverd. Tijdens de inademing
wordt
de perslucht in het mondstuk
elektromagnetische
ademhalingsassistentie op te bouwen en in de geneesmiddelverstuiver om de
aërosol te vormen. De inademfase wordt gestart door de drukdaling aan het uiteinde
van de patiëntbuis op basis van een instelbare inschakeldrempel (ong. -0,5 tot –9
bar) en eindigt als het apparaat detecteert dat de druk in de ademhalingswegen de
vastgelegde einddrempel bereikt heeft.
Het debiet van de verstuiver kan geregeld worden met behulp van een mechanische
klep op het voorpaneel.
Het debiet van de inademassistentie kan gewijzigd worden met een mechanische
regelklep. Het bepaalt grotendeels de snelheid van de drukstijging in de
ademhalingswegen aan het einde van de inademing.
De vooraf ingestelde inschakeldruk en de inademinspanningen worden getoond met
een staafdiagram en kunnen door de gebruiker bestudeerd worden. De longen
worden geventileerd met het inademdebiet dat op de regelaar ingesteld is. Als de
ingestelde positieve druk bereikt is (einddruk) gaat het apparaat automatisch in
uitademfase door het openen van de uitademklep op het patiëntcircuit. De patiënt
kan vrijelijk uitademen zonder weerstand bij het uitademen te ondervinden. Als voor
de ademhalingstherapie een weerstand nodig is bij het uitademen, kan deze op het
apparaat ingesteld worden. De uitademing wordt dan uitgevoerd tegen de druk die
zich geleidelijk aan in de uitademklep vormt. De uitademing wordt zo verlengd. De
inademfase kan manueel gestart worden door aan de schakelaar bestemd voor het
instellen van de inademdruk te trekken (en er dan tegen te duwen).
5 INGEBRUIKNAME
5.1 V
OORBEREIDING VAN HET APPARAAT
Advies
•
Voordat u het apparaat inschakelt, moet u de gebruiksaanwijzing aandachtig lezen.
De apparaten werden ontworpen voor gebruik in horizontale positie. Met de
meegeleverde voedingskabel (5) kunt u het apparaat aansluiten op een stopcontact
van 230 V, 50 Hz.
NL
klep
van
de
venturibuis
YL053600 – Rev. 1.2 – 03/2011
van de patiënt geblazen via de
om
het
gasdebiet
ALPHA-REEKS
van
de
7