1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Deze gebruiksinstructies vormen een integrerend deel van het apparaat (VDE 0750,
1e deel/IEC 601-1) en de voorwaarde voor een gebruik volgens de regels. Ze
moeten op elk moment beschikbaar zijn in de buurt van het apparaat.
In deze gebruiksinstructies zijn bepaalde tekstdelen aangeduid met de termen 'ADVIES'
of 'WAARSCHUWING'. Bovendien werden tekstdelen die extra aandacht vereisen,
voorzien van een kader. De gevarendriehoek die op het apparaat staat, betekent:
Controleer of de spanning van de gebruikte netaansluiting overeenstemt met de
elektrische apparaateigenschappen (aangeduid op het typeplaatje aan de achterzijde).
Voordat u apparaten die met netspanning werken schoonmaakt of ontsmet, moet u
de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit medisch-technische apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden in zones
waar ontploffingsgevaar bestaat.
Elektromagnetische compatibiliteit
Dit apparaat is in overeenstemming met de beschermingsvereisten van de richtlijn
93/42/EEG, maar zijn werking kan beïnvloed worden door het gebruik van
aangrenzende apparaten zoals diathermieapparaten, elektrochirurgische apparatuur
met hoge frequenties, defibrillators, gsm's, speelgoed met afstandsbediening of meer
bepaald elektromagnetische interferenties die hoger liggen dan de niveaus van de
norm EN 60 601-1-2.
Gebruik en onderhoud van het apparaat
In overeenstemming met de norm EN 60 601-1 (Bijlage A § 6.8.2.b) is de fabrikant,
monteur, installateur of importeur slechts verantwoordelijk voor de gevolgen op de
veiligheid, de betrouwbaarheid en de apparaateigenschappen als:
de montage, uitbreidingen, instellingen, aanpassingen of reparaties zijn
•
uitgevoerd door personen die volgens hem bevoegd
de elektrische installatie van de ruimte in overeenstemming is met de CEI-
•
voorschriften,
het apparaat volgens de gebruiksinstructies gebruikt wordt.
•
het apparaat niet geopend wordt terwijl het aangedreven wordt
•
als de reserveonderdelen die tijdens het periodiek onderhoud door een bevoegde
•
technicus gebruikt worden,
van de fabrikant, is hij volledig verantwoordelijk indien zich een ongeval voordoet.
deze longventilator niet gebruikt wordt in aanwezigheid van ontvlambare
•
anesthetica of explosieve producten.
geen antistatische leidingen of buizen of elektriciteitsgeleiders gebruikt worden.
•
dit apparaat niet in een specifieke magnetische omgeving gebruikt wordt (IRM, enz.).
•
voor een correcte werking van het apparaat moet een vlotte ontluchting mogelijk
•
zijn door de luchtingangen aan de achterkant van het apparaat vrij van obstakels
te houden.
het gebruik van een accessoire dat niet in overeenstemming is met de
•
veiligheidsvereisten van ALPHA 200 kan tot een daling van de systeemveiligheid
leiden. De factoren die in aanmerking genomen moeten worden bij de keuze van
4
NL
DE GEBRUIKSINSTRUCTIES OPVOLGEN
niet in overeenstemming zijn met de voorschriften
YL053600 – Rev. 1.2 – 03/2011
ALPHA-REEKS
zijn,