7 Onderhoud
7.1 Reiniging van het
watertoevoerfi lter
7.2 Sproeikoppen reinigen
WAARSCHUWING! Verwijder
de stroomstekker altijd uit het
contact voordat u tot onderhoud
of reiniging overgaat.
Respecteer de volgende punt-
en om langdurig probleemloos
functioneren te waarborgen:
Spoel de tuinslang, hoge-
drukslang, sproeilans en
accessoires door voordat u
deze monteert.
Verwijder alle stof en zand
van de aansluitingen. Zorg
dat de pal op de vastklikbare
sproeilans niet door zand of
vuil wordt geblokkeerd.
Spoel schoonmaakmiddelen
na gebruik weg uit de sproei-
accessoires.
Reinig de sproeikoppen.
Alle reparaties moeten door
een erkend reparateur met
originele reserveonderdelen
worden uitgevoerd.
Reinig al naar gelang het ge-
bruik het watertoevoerfi lter één
keer per maand of vaker. Maak
het fi lter voorzichtig los met een
tang en reinig het. Controleer of
het onbeschadigd is voordat u
het terugplaatst.
Het fi lter moet altijd in de water-
toevoerleiding worden aange-
bracht om zand, kalksteen en
andere onzuiverheden weg te
fi lteren en beschadiging van de
pompkleppen te voorkomen.
LET OP: de garantie vervalt
als u het fi lter niet aanbrengt.
Een verstopte sproeikop een
te hoge druk in een pomp
veroorzaken. Daarom moet de
sproeikop onmiddellijk gerein-
igd worden.
1. Schakel het apparaat uit en
verwijder de sproeikop.
2. Reinig de sproeikop. BE-
LANGRIJK: Gebruik het
reinigingsinstrument voor
sproeikoppen (11) alleen
wanneer de sproeikop is
losgemaakt.
3. Spoel de sproeikop naar
achter met water door.
13