Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zaagblad Vijlen; Onderhoudsschema; Dagelijks Onderhoud - Jonsered GR2126D Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Zaagblad vijlen

!
WAARSCHUWING!
Een defecte zaag/maai-uitrusting of een
verkeerd gevijld zaag/maaiblad verhogen
het risico op terugslag.
• Zie de verpakking van de
zaag/maai-uitrusting voor
vijlen op de juiste wijze.
• Een juist gevijld zaagblad
is een noodzakelijke
voorwaarde om doelmatig
te kunnen werken en om
onnodige slijtage van
zaagblad en bosmaaier te
voorkomen.
• Zorg ervoor dat u een
goede steun voor het zaag/
maaiblad heeft wanneer u
vijlt. Gebruik een 5,5 mm
ronde vijl samen met een
vijlhouder.
• Vijlhoek 15°.
De tanden worden
afwisselend naar rechts en
naar links gevijld.
Wanneer het zaag/
maaiblad erg vaak op
stenen terecht gekomen
is, kan het in
uitzonderlijke gevallen
nodig zijn om de
bovenkant van de tanden
bij te vijlen met een platte
vijl. In dat geval moet
men dat doen voor men
met de ronde vijl vijlt. En
moet de bovenkant van
alle tanden evenveel
bijgevijld worden.
• Corrigeer de schranking.
Die moet 1 mm
bedragen.
ONDERHOUD

Onderhoudsschema

Hieronder worden een aantal algemene
onderhoudsvoorschriften opgesomd. Neem contact op met uw
dealer indien u meer informatie behoeft.
Dagelijks
onderhoud
1. Maak de machine
uitwendig schoon.
2. Controleer of het
draagstel niet beschadigd
is.
3. Controleer of de
gashendelvergrendeling en
de gashendel goed werken
uit veiligheidsoogpunt.
4. Controleer of de
stopschakelaar werkt.
5. Controleer of de zaag/
maai-uitrusting niet
roteert bij stationair
draaien.
6. Maak het luchtfilter
schoon of vervang het
indien nodig.
7. Controleer de
beschermkap op
beschadigingen en
scheurtjes.
Vervang de beschermkap
als ze gebarsten is of
slagen te verduren gehad
heeft.
8. Controleer of het zaag/
maaiblad goed
gecentreerd is, scherp is
en geen barsten vertoont.
Een slecht gecentreerd
zaag/maaiblad veroorzaakt
trillingen die de machine
kunnen beschadigen.
9. Controleer of de maaikop onbeschadigd is en geen barsten
vertoont. Vervang de maaikop indien nodig.
10. Controleer of de borgmoer goed aangehaald is.
11. Controleer of de transportbescherming van het zaag/
maaiblad niet beschadigd is en of ze goed kan vastgezet
worden.
12. Controleer of de moeren en schroeven aangehaald zijn.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Nederlands –
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave