Luchtfilter
Het luchtfilter dient regel-
matig te worden
schoongemaakt, stof en vuil
verwijderen, om de volgende
problemen te vermijden:
• storingen van de
carburateur
• moeilijkheden bij het
starten
• vermogensverlies
• onnodige slijtage van de
motoronderdelen
• abnormaal hoog
brandstofverbruik
Maak het filter na 25 werkuren schoon of vaker wanneer u in
abnormaal stoffige omstandigheden werkt.
Luchtfilter schoonmaken
Demonteer het luchtfilterdeksel en verwijder het filter. Maak
het schoon in een warm sopje van water en zeep. Controleer
of het filter droog is voor u het terug monteert.
Na een lange gebruiksperiode kan het filter niet meer worden
gereinigd. Daarom moet het luchtfilter regelmatig vervangen
worden. Een beschadigd luchtfilter moet altijd vervangen
worden.
Wordt de machine onder stoffige omstandigheden gebruikt,
moet het luchtfilter geolied worden, zie hoofdstuk
"Luchtfilter oliën".
Luchtfilter oliën
Gebruik altijd filterolie. De
filterolie bevat een
oplosmiddel zodat het
eenvoudig gelijkmatig in
het filter kan worden
verdeeld. Vermijd daarom
contact met de huid. Doe
het filter in een plastic zak
en giet de filterolie erbij.
Kneed de plastic zak om de
olie te verdelen. Knijp het
filter in de plastic zak uit en
giet de overgebleven olie
weg voordat het filter op de
machine wordt gemonteerd.
Gebruik nooit gewone
motorolie. Deze zakt zeer
snel door het filter naar
beneden en blijft dan op de
bodem liggen.
26
– Nederlands
ONDERHOUD
Bougie
De conditie van de bougie
wordt beïnvloed door:
• Een verkeerde afstelling
van de carburateur
• Een verkeerd oliemengsel
in de brandstof (te veel of
verkeerde olie).
• Een vuil luchtfilter.
Deze factoren veroorzaken
afzettingen op de elektroden
van de bougie, wat tot
motordefecten en start-
moeilijkheden kan leiden.
Wanneer de machine een laag vermogen heeft, moeilijk start
of onregelmatig onbelast draait, dient u altijd eerst de bougie
te controleren voor u andere maatregelen neemt.
Maak de bougie schoon als ze verstopt is en controleer of de
afstand tussen de elektroden 0,5 mm bedraagt. De bougie
moet na een maand gebruik, of eerder indien nodig, vervangen
worden.
N.B.! Gebruik steeds het correcte bougietype! Het verkeerde
type kan de zuiger/cilinder beschadigen.
Vijlen van maaimes en maaiblad
!
• Zie de verpakking van de
zaag/maai-uitrusting voor
vijlen op de juiste wijze.
• Het maai- en grasblad
moeten met een platte vijl
met enkele kapping gevijld
worden.
• Vijl alle sneden evenveel
bij om de balans te
bewaren.
!
WAARSCHUWING!
Schakel altijd de motor uit voor u aan de
zaag/maai-uitrusting begint te werken. De
zaag/maai-uitrusting blijft roteren nadat u
de gashendel heeft losgelaten. Controleer
of de zaag/maai-uitrusting volledig stilstaat
en demonteer de kabel van de bougie voor
u aan de zaag/maai-uitrusting begint te
werken.
WAARSCHUWING!
Gooi een verbogen, scheef, gebarsten,
gebroken of op andere wijze beschadigd
blad altijd weg. Probeer een scheef blad
nooit te stellen om dit opnieuw te
gebruiken. Gebruik uitsluitend originele
bladen van het voorgeschreven type.
0,5 mm