Uitvoeren met verschillende scènes
De RD-88 wordt geleverd met heel wat ingebouwde geluiden.
Elk individueel geluid wordt een "scène" genoemd.
De scènes worden toegewezen aan de knoppen van de
scènecategorie volgens de geselecteerde klankcategorie.
Elke categorie bevat verschillende scènes.
Probeer een aantal verschillende scènes te selecteren en uit te
voeren.
2
1. Druk op een van de knoppen van de
scènecategorie om de categorie te selecteren.
De indicator van de geselecteerde knop van de scènecategorie
licht op.
2. Gebruik de [DEC] [INC]-knoppen om de scène te
selecteren.
Speel op het klavier en u hoort de geselecteerde scène.
OPMERKING
Als u de stroom uitschakelt of een andere scène selecteert terwijl een
"*" is weergegeven in het scherm, worden de wijzigingen die u hebt
aangebracht, genegeerd. Als u de instellingen wilt behouden, slaat u
de scène op (p. 22).
1
Meerdere klanken met het klavier spelen
De RD-88 beschikt over drie interne zones (UPPER 1, UPPER 2 en
LOWER) en er kan één toon worden toegewezen aan elk van deze
zones.
U kunt spelen met klankcombinaties door elke zone in of uit te
schakelen. U kunt meerdere klanken tegelijkertijd in lagen hebben en
zelfs verschillende klanken spelen in het linker- en rechtergedeelte
van het klavier.
UPPER 1
UPPER 2
LOWER
Met gelaagde klanken spelen (dualmodus)
Met deze modus kunt u de UPPER 1- en UPPER 2-klanken spelen,
gelaagd over het hele klavier.
1
2
1. Druk op de [DUAL]-knop zodat de indicatoren
oplichten.
Probeer het klavier te bespelen.
De klanken voor UPPER 1 en UPPER 2 worden gelaagd en
gespeeld.
Het scherm toont de UPPER 2-klank.
2. Om de DUAL MODE te beëindigen, drukt
u nogmaals op de [DUAL]-knop, zodat het
indicatielampje uitgaat.
De klanken voor UPPER 1 worden gespeeld.
MEMO
U kunt ook drie klanken in lagen leggen door de LOWER-klank
toe te voegen. Voor meer informatie raadpleegt u "Gedetailleerde
instellingen voor klanken maken" (p. 22).
Uitvoering
11