Patches wisselen zonder het geluid te onderbreken
De GT-1000 is uitgerust met een nieuw type systeem voor het snel
wisselen van patches, zodat u van patch kunt wisselen met slechts een
minimale onderbreking van het geluid. De snelste manier van wisselen
wordt automatisch uitgevoerd voor elke patch, en u kunt ook wisselen
zonder onderbreking van het geluid.
Tips om onderbrekingen in het geluid te voorkomen
Om onderbrekingen in het geluid te voorkomen, moet u de volgende
punten in acht nemen wanneer u de patches maakt die worden gebruikt
voor en na de wisseling.
5 Wijzig de positie van blokken in de keten niet.
5 Gebruik meerdere blokken wanneer u de effecten plaatst (verander het
TYPE in hetzelfde blok niet).
5 Gebruik parallelle plaatsing en wissel van kanaal.
Voorbeeld:
Wisselen van een helder geluid met chorus en een diepe delay naar een
crunch-geluid dat phaser en een ondiepe delay gebruikt.
AMP
FX1
DLY
1
CHO
1
AMP
FX2
DLY
2
PH
2
Dezelfde keten wordt gebruikt voor beide patches, zowel voor als na
het wisselen. De instellingen van het effect die worden gebruikt voor
het wisselen, worden parallel geplaatst met de instellingen die worden
gebruikt na het wisselen.
STOMPBOX gebruiken
U kunt uw voorkeursinstellingen voor elk effect opslaan als een
"STOMPBOX". U kunt deze opgeslagen instellingen selecteren en
gebruiken om uw geluid te creëren alsof u compacte pedaaleffecten
verbindt. De STOMPBOX-gegevens zijn gemeenschappelijk voor alle
patches. Dit betekent dat alle patches die dezelfde STOMPBOX gebruiken,
tegelijk bewerkt kunnen worden.
1.
Druk op de [EFFECT]-knop.
2.
Gebruik de [6]-regelaar om het effect te kiezen dat u wilt
bewerken.
3.
Gebruik de PAGE [K] [J]-knoppen om naar de laatste pagina
te gaan.
4.
Druk op de [5]-regelaar.
Het venster voor STOMPBOX-selectie verschijnt.
5.
Draai aan de [5]-regelaar om het type STOMPBOX te
selecteren.
6.
Druk op de [5]-regelaar.
AMP
FX1
DLY
1
CHO
1
AMP
FX2
DLY
2
PH
2
De STOMPBOX bewerken
1.
Draai aan de [1]–[5]-regelaars om de waarde van de
parameters die in het scherm worden weergegeven,
te bewerken.
Gebruik de PAGE [K] [J]-knoppen om te schakelen tussen lijsten met
parameters.
STOMPBOX-instellingen naar een patch lezen
1.
Druk op de [EFFECT]-knop.
2.
Gebruik de [6]-regelaar om het effect te kiezen dat u wilt
bewerken.
3.
Gebruik de PAGE [K] [J]-knoppen om naar de laatste pagina
te gaan.
4.
Druk op de [5]-regelaar.
Het venster voor STOMPBOX-selectie verschijnt.
5.
Draai aan de [5]-regelaar om het type STOMPBOX te
selecteren.
6.
Druk op de [4]-regelaar.
De inhoud van de STOMPBOX wordt opgeroepen in de patch.
U kunt de patch bewerken zonder de inhoud van de STOMPBOX
te wijzigen.
Patchinstellingen naar een STOMPBOX schrijven
1.
Druk op de [EFFECT]-knop.
2.
Gebruik de [6]-regelaar om het effect te kiezen dat u wilt
opslaan.
3.
Gebruik de PAGE [K] [J]-knoppen om naar de laatste pagina
te gaan.
4.
Druk op de [5]-regelaar.
Het venster voor STOMPBOX-selectie verschijnt.
5.
Druk op de [3]-regelaar.
6.
Draai aan de [1]-regelaar om de als schrijfbestemming
gebruikte STOMPBOX te selecteren.
7.
Gebruik [3]–[6]-regelaars om de STOMPBOX een naam
te geven.
Referentie
Raadpleeg "Een naam bewerken" (p. 8) voor meer informatie over het
benoemen van de STOMPBOX.
Bewerken: Effecten
7