Inhoudsopgave
Advertenties
Aan de slag
De apparatuur aansluiten
1
Verlaag het volume van het aangesloten apparaat.
MAIN OUTPUT-aansluiting
Sluit deze aan op uw
gitaarversterker of mixer. Wanneer
u een mono-verbinding gebruikt,
gebruik dan alleen de L/MONO-
aansluiting.
2
3
Sluit uw gitaar aan.
INPUT-aansluiting
Sluit uw gitaar aan.
CTL4, 5/EXP2-aansluitingen, CTL6, 7/EXP3-aansluitingen
U kunt verschillende parameters beheren door een expressiepedaal
(Roland EV-5: apart verkrijgbaar) of een voetschakelaar (FS-5U, FS-6,
FS-7: apart verkrijgbaar) aan te sluiten.
Raadpleeg "Instellingen voor voetschakelaars en expressiepedalen"
(p. 13) voor meer informatie over de instellingen.
5 Gebruik alleen het aanbevolen
expressiepedaal. Het aansluiten van
een expressiepedaal van een ander
type kan leiden tot defecten en/of
schade aan het apparaat.
2
5
Schakel de versterker(s) in.
SEND (1, 2)/RETURN (1, 2)-aansluitingen
Sluit hier een externe effectenprocessor aan.
Sluit uw apparatuur aan op de OUTPUT-
aansluiting(en).
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een
hoofdtelefoon
aansluiten.
U kunt ook de SEND (1, 2)/
RETURN (1, 2)-aansluitingen
gebruiken als SEND (L, R)/
RETURN (L, R)-aansluitingen om
een stereo-effectapparaat aan
te sluiten. Raadpleeg de
"GT-1000 Parameter Guide"
(PDF-bestand) voor meer
informatie over de parameter.
AMP CTL 1,2-aansluitingen
Door dit aan te sluiten op de aansluiting
voor het schakelen tussen kanalen van uw
gitaarversterker, kunt u schakelen tussen
kanalen vanaf de GT-1000. Raadpleeg de
"GT-1000 Parameter Guide" (PDF-bestand)
voor meer informatie over de parameter.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om
defecten en storingen van de apparatuur te voorkomen.
* Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume volledig
op nul staat, kunt u nog geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
* Als u onvoorziene stroomonderbrekingen (als de stekker per ongeluk uit het stopcontact wordt
getrokken) of overmatige belasting op de aansluiting wilt voorkomen, moet u het netsnoer
verankeren met de snoerhaak, zoals u kunt zien in de afbeelding.
SUB OUTPUT (L, R)-aansluitingen
Sluit deze aan op uw PA-systeem enzovoort.
* Pentoewijzing van de SUB OUTPUT-connector/
-aansluiting
USB COMPUTER-poort
Gebruik een USB-kabel
om een computer
aan te sluiten en
audio-/MIDI-gegevens
tussen de GT-1000 en
de computer uit te
wisselen (p. 11).
De snoerhaak gebruiken
Aardingsklem
4
Schakel het apparaat in.
Lampje
DC IN-aansluiting
Sluit de meegeleverde netstroomadapter
hier aan.
* Plaats de
netstroomadapter met
de zijde met het lampje
(zie afbeelding) naar boven en de zijde met
de tekstinformatie naar beneden. Het lampje
gaat branden als u de netstroomadapter
aansluit op een stopcontact.
MIDI IN/OUT-aansluitingen
Sluit hier een
extern MIDI-
apparaat aan.
(p. 11)
Advertenties
Inhoudsopgave
