Veiligheidsinstructies
2
Veiligheidsinstructies
2.1
Bedoeld gebruik
Prosonic S FMU90 is een transmitter voor ultrasone sensoren FDU90, FDU91, FDU91F,
FDU92, FDU93 en FDU95. Voor het ondersteunen van bestaande installaties, kunnen ook de
volgende sensoren worden aangesloten: FDU80, FDU80F, FDU81, FDU81F, FDU82, FDU83,
FDU84, FDU85, FDU86, FDU96.
2.2
Installatie, inbedrijfname en bediening
Het instrument is ontworpen om te voldoen aan state-of-the-art veiligheidsvoorschriften en
voldoet aan de geldende normen en EU-verordeningen. Bij verkeerd gebruik echter, of in
toepassingen waarvoor het niet is bedoeld, kunnen toepassingsgerelateerde gevaren ontstaan,
zoals bijvoorbeeld productoverstroming vanwege onjuiste installatie of configuratie.
Installatie, elektrische aansluiting, inbedrijfname, bediening en onderhoud van het
meetsysteem mogen daarom alleen worden uitgevoerd door getrainde specialisten die voor
het uitvoeren van dergelijke werkzaamheden zijn geautoriseerd door de systeemexploitant.
Technisch personeel moet deze bedieningshandleiding hebben doorgelezen en begrepen en de
instructies daarin aanhouden. Wijzigingen en reparaties aan het instrument mogen alleen
worden uitgevoerd indien deze expliciet in de bedieningshandleiding worden toegestaan.
2.3
Bedrijfsveiligheid en procesveiligheid
Alternatieve bewakingsmaatregelen moeten worden genomen om de bedrijfs- en
procesveiligheid te waarborgen tijdens de configuratie, het testen en uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden aan het instrument.
2.3.1
Explosiegevaarlijke omgeving
Bij gebruik van het meetsysteem in explosiegevaarlijke omgeving, moeten de geldende
nationale normen en regelgeving worden aangehouden. Het instrument wordt geleverd met
afzonderlijke "Ex-documentatie", welke een integraal onderdeel is van deze
bedieningshandleiding. De installatiespecificaties, aansluitspecificaties en
veiligheidsinstructies opgenomen in deze aanvullende documentatie moeten worden
aangehouden.
• Waarborg dat het technisch personeel voldoende is opgeleid.
• Houd de meettechnische en veiligheidsgerelateerde voorschriften voor het meetpunt aan.
De transmitter mag alleen worden gemonteerd in een geschikte omgeving. Sensoren met een
goedkeuring voor explosiegevaarlijke omgeving kunnen worden aangesloten op transmitters
die geen Ex-goedkeuring hebben.
WAARSCHUWING
L
Explosiegevaar
‣
Sluit FDU83, FDU84, FDU85 en FDU86 sensoren met een ATEX, FM, of CSA certificaat
NIET aan op de Prosonic S transmitter.
6
Prosonic S FMU90 HART
Endress+Hauser