Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Poly Fx (Polyfx: ); Instellingen Voor Alternatieve Stemming (Alttune: ); Instellingen Voor Twaalfsnarige Gitaar (12Str: ); Instellingen Voor Snaarverbuiging (Strbend: ) - Boss GP-10 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen voor modeling/Poly FX/alternatieve stemming
Parameter
Uitleg
Geeft het Hold-effect op dat met de [CTL 1] [CTL 2]-pedalen wordt bediend.
* Als u het Hold-effect wilt gebruiken, voert u instellingen uit voor "Patch: CTL"
(p. 11) of "Sys: CTL" (p. 13).
Noten die nieuw worden gespeeld wanneer het Hold-effect is
MODE 1
Hold Mode
ingeschakeld, worden ook aangehouden.
Nieuw gespeelde noten worden niet geaccepteerd wanneer het
MODE 2
Hold-effect is ingeschakeld.
Als Hold is ingeschakeld, worden noten geaccepteerd die nieuw
MODE 3
worden gespeeld op een snaar die wordt vastgehouden.
Pas deze instelling aan als er een noot wordt gespeeld als u onbedoeld contact
LowVeloCut
maakt met een snaar. Als u deze waarde verhoogt, zal het moeilijker worden om
noten te triggeren.
Golfsynthesizer (WAVE: )
Parameter
Uitleg
Selecteert het type golf waarop het synthesizergeluid is gebaseerd.
Type
SAW
Creëert een synthesizergeluid met een zaagtandgolfvorm.
SQUARE
Creëert een synthesizergeluid met een vierkante golfvorm.
Volume
Hiermee stelt u het volume in. Een instelling van 0 geeft geen geluid.
Regelt de afsnijfrequentie waarop het filter de harmonische componenten
Cutoff
van het geluid afsnijdt.
Resonance
Past de resonantie (onderscheidbaarheid van het geluid) aan.
Octave
Als deze instelling is ingeschakeld, is de toonhoogte één octaaf lager.
Poly FX
(PolyFx: )
Parameter
Uitleg
Vervorming waarmee akkoorden helder en mooi kunnen
DISTORTION
resoneren.
Een geluid met een metaalachtige resonantie en een
CRYSTAL
transparant karakter.
Type
RICH
Een rijk en ruimtelijk modulatiegeluid.
MODULATION
SLOW PAD
Een diep, fantasieachtig Pad-geluid.
U kunt een wah-effect creëren waarbij het filter verandert
TOUCH WAH
als reactie op het gitaarniveau.
DISTORTION/CRYSTAL/RICH MODULATION/SLOW PAD
(PFxDist: /PFxCrystal: /PFxRichMod: /PFxSlowPad: )
Parameter
Uitleg
GtrVol
Wijzigt het volume van de gitaarinvoer.
Gain *1
Regelt de mate van vervorming.
Regelt de vervormingsbalans tussen de hoge en de lage snaren.
GainBal *1
Met een hogere instelling krijgen de lagere snaren een zware vervorming.
Met een lagere instelling krijgen de hogere snaren een zware vervorming.
Regelt de hoeveelheid scheiding voor akkoorden. Een hogere waarde
DISTORTION
produceert minder warrige akkoorden.
Hiermee past u de toon van het hogefrequentiebereik aan. Een hogere
CRYSTAL
waarde geeft de toon een metaalachtig karakter.
Color
RICH
Dit bepaalt de diepte van het effect. Een hogere waarde versterkt het
MODULATION
modulatie-effect.
SLOW PAD
Regelt de sterkte van de aanslag. Een hogere waarde versterkt de aanslag.
Regelt de helderheid van het geluid. Een hogere waarde maakt het geluid
Tone
helderder.
Level
Volume
*1 Alleen voor DISTORTION
TOUCH WAH (PFxTWah: )
Parameter
Uitleg
Selecteert de wah-modus.
Low-pass-filter. Dit creëert een wah-effect dat over een brede
LPF
Mode
frequentie wordt toegepast.
Band-pass-filter. Dit creëert een wah-effect dat over een smalle
BPF
frequentie wordt toegepast.
Selecteert de richting waarin de filter verandert als reactie op de invoer.
Polar
DOWN
De frequentie van de filter daalt.
UP
De frequentie van de filter stijgt.
Regelt de gevoeligheid waarop de filter verandert in de richting die door
de polariteitsinstelling is bepaald. Een hogere waarde geeft een sterkere
Sens
respons. Bij een instelling van 0 heeft de kracht van de aanslagen geen
effect.
Freq
Regelt de middenfrequentie van het wah-effect.
Decay
Stelt de tijd in die de filter nodig heeft om de "sweep" te voltooien.
Past de manier aan waarop het wah-effect wordt toegepast op het gebied
rond de middenfrequentie.
Peak
Hogere waarden produceren een sterkere toon die het wah-effect meer
benadrukt. Een waarde van 50 produceert een standaard wah-geluid.
ToneType
Selecteert het type toon.
Comp Sw
Schakelt de compressor in en uit.
Comp Sus
Hogere waarden creëren een langere sustain.
Hiermee past u de sterkte van de aanhef van de aanslagen aan wanneer u
Comp Atk
de snaren bespeelt.
Volume
Volume
8
Instellingen voor alternatieve stemming
Druk op de [MODELING/ALT TUNE]-knop om te bewerken.
* Als het type modeling "SYNTH" of "POLY FX" is, kan de functie voor
alternatieve stemmingen, de twaalfsnarige gitaar of snaarverbuiging niet
worden gebruikt.
Parameter
Uitleg
On/Off
Hiermee schakelt u de functie voor alternatieve stemmingen in en uit.
OPEN D, E,
Stemming waarmee een majeurakkoord wordt geproduceerd
G, A
wanneer u de open snaren bespeelt.
DROP-D is een stemming waarbij de zesde snaar lager wordt
DROP D–A
gestemd naar D. De andere stemmingen zijn de variaties die
omlaag worden getransponeerd in parallel met DROP-D.
Stemming waarbij de zesde, tweede en eerste snaar met een
D-MODAL
volledige noot lager wordt gestemd om een etnisch gevoel
te creëren.
Type
Stemming waarbij de zesde, vijfde, vierde en derde snaar
één octaaf hoger wordt gestemd, zoals bij een twaalfsnarige
NASHVL
gitaar waarvan de dubbele snaren telkens één octaaf hoger
zijn gestemd.
-12–+12
Verhoogt/verlaagt de stemming van alle snaren in stappen
STEP
van een halve toon.
Stemming die door de gebruiker wordt uitgevoerd en waarbij
USER
elke snaar afzonderlijk kan worden opgegeven.
Shift 1–6 *1
Geeft de hoeveelheid verschuiving in halve tonen op voor elke snaar.
Voert een fijne aanpassing van de toonhoogte van elke snaar uit. -50 is
Fine 1–6 *1
de helft van een halve toon omlaag en +50 is de helft van een halve toon
omhoog.
*1 Alleen voor USER
Instellingen voor twaalfsnarige gitaar
Druk op de [MODELING/ALT TUNE]-knop om te bewerken.
Parameter
Uitleg
Schakel deze functie in als u het geluid van een twaalfsnarige gitaar wilt.
On/Off
Met deze functie wordt het geluid van een zessnarige gitaar omgevormd
in het geluid van een twaalfsnarige gitaar die snaren in dubbelkoor heeft.
NORMAL
De conventionele stemming van een twaalfsnarige gitaar.
Type
Een stemming die door de gebruiker wordt uitgevoerd om
USER
de toonhoogte van elke dubbele snaar op te geven.
PitchShft 1–6 *1
Geeft de hoeveelheid verschuiving in halve tonen op voor elke snaar.
Voert een fijne aanpassing van de toonhoogte van elke snaar uit. -50 is
PitchFine 1–6 *1
de helft van een halve toon omlaag en +50 is de helft van een halve toon
omhoog.
Level 1–6 *1
Regelt het volumeniveau voor elke dubbele snaar.
Wijzigt de tijd waarmee het geluid van elke dubbele snaar wordt vertraagd
Delay 1–6 *1
ten opzichte van de respectievelijke hoofdsnaar.
*1 Alleen voor USER
Instellingen voor snaarverbuiging
Druk op de [MODELING/ALT TUNE]-knop om te bewerken.
Parameter
Uitleg
On/Off
Hiermee schakelt u de functie voor snaarverbuiging in en uit.
Hiermee stelt u de hoeveelheid toonhoogteverschuiving in elke snaar in
wanneer de verbuiging is ingesteld op 100.
Depth 1–6
De hoeveelheid verschuiving ten opzichte van de huidige toonhoogte
wordt ingesteld in stappen van een halve toon.
Als deze waarde is ingesteld op 0, veroorzaakt een verbuiging geen
toonhoogteverschuiving. Als de waarde 100 is, worden de toonhoogtes
van de snaren verschoven volgens de hoeveelheid die is ingesteld in Depth
Control
1-6. Normaal gezien is deze toonhoogteverbuiging ingesteld op 0 en
wordt de instelling 0–100 gebruikt die is toegewezen aan Control Assign.
* Deze instelling kan niet worden opgeslagen op patches. Deze instelling
wordt gereset op 0 als er tussen patches wordt geschakeld.
Overige instellingen voor modeling
Parameter
Uitleg
Schakelt de ruisonderdrukker in en uit.
NS On/Off *1
Dit effect onderdrukt de randgeluiden of ruis die door de pickup van de
gitaar worden opgepikt.
Pas deze instelling aan op basis van het ruisniveau. Stel een hogere waarde
in als het ruisniveau hoog is en een lagere waarde als het ruisniveau laag
is. Stel dit in zodat het uitsterven van het geluid van uw gitaar nog steeds
natuurlijk klinkt.
NS Threshold *1
* Een hogere instelling dan nodig kan ervoor zorgen dat er geen geluid
wordt weergegeven wanneer de gitaar aan een laag volume wordt
bespeeld.
Past de tijd aan vanaf het moment dat de ruisonderdrukker begint te
NS Release *1
werken totdat het ruisniveau op "0" staat.
String Lv 1–6
Geeft het uitvoerniveau van elke snaar op.
String Pan 1–6
Geeft de linker-/rechterpaninstelling van elke snaar op.
*1 Voor bepaalde typen modeling worden de parameters voor de ruisonderdrukking niet
weergegeven.
(AltTune: )
(12Str: )
(StrBend: )
(Mdl: )

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave