Synthesizer
(Synth: )
Parameter
Uitleg
Type synthesizer
Dit modelleert de Roland GR-300, de beroemde analoge polyfone
GR-300
gitaarsynthesizer van weleer.
Dit is het modelinggeluid van een analoge synthesizer dat wordt
Type
OSC SYNTH
gegenereerd door een DSP-oscillator.
Dit algoritme creëert synthesizergeluiden door het snaarsignaal
WAVE
direct te verwerken vanaf de gesplitste pickup. Dit geeft een
SYNTH
natuurlijk klinkende bespeelbaarheid.
GR-300 (GR300: )
Parameter
Uitleg
Deze instelling bepaalt of de HEXA-VCO (zaagtandgolf ), de HEXA-DISTORTION
(rechthoekige golf ) of beide golven worden gespeeld.
VCO
Het HEXA-VCO-geluid wordt gespeeld.
Mode
Het HEXA-VCO-geluid en het HEXA-DISTORTION-geluid worden
V+D
tegelijk gespeeld.
DIST
Het HEXA-DISTORTION-geluid wordt gespeeld.
Volume
Hiermee stelt u het volume in. Een instelling van 0 geeft geen geluid.
Comp Sw
Als dit op ON staat, wordt de uitsterftijd van het HEXA-VCO-geluid verlengd.
Cutoff
Regelt de afsnijfrequentie en stelt de helderheid (hardheid) van het geluid in.
Resonance
Past de resonantie (onderscheidbaarheid van het geluid) aan.
Hiermee wordt de VCF-afsnijfrequentie automatisch aangepast volgens de
amplitude van de snaartrilling. Op die manier kunt u een wah-effect op de toon
toepassen telkens wanneer u een snaar bespeelt.
Deze instelling zorgt ervoor dat de VCF-afsnijfrequentie wordt
gewijzigd van een hoge in een lage toon telkens wanneer u een
ON
snaar bespeelt. Dit produceert een wah-effect waarbij het geluid
EnvModSw
van hoge naar lage tonen gaat.
In tegenstelling tot de ON-instelling zorgt deze instelling ervoor
dat de VCF-afsnijfrequentie wordt gewijzigd van een hoge in een
INV
lage toon telkens wanneer u een snaar bespeelt. Dit produceert
een omgekeerd wah-effect waarbij het geluid van lage naar hoge
tonen gaat.
Past de invoergevoeligheid van de functie voor modulatie van de omhullende
EnvModSens
curve aan. Als u de waarde verhoogt, wordt de wijziging van de modulatie van de
omhullende curve breder, zelfs bij een zwakkere aanslag.
Past de inzettijd aan voor de wijziging in de modulatie van de omhullende curve
EnvModAtck
die door de aanslag wordt geproduceerd. Als u de waarde verhoogt, wordt de
inzet van deze wijziging vertraagd.
Hiermee kunt u de toonhoogteverschuiving instellen op A, B en OFF waardoor de
toonhoogte van het HEXA-VCO-geluid wordt verschoven.
Pitch Sw
* PITCH SHIFT wordt toegepast op het HEXA-VCO-geluid, niet op het HEXA-
DISTORTION-geluid. Stel MODE in op VCO of V+D als u de functie voor de
toonhoogteverschuiving wilt gebruiken.
P. Shift A
Hiermee stelt u de hoeveelheid toonhoogteverschuiving in vanaf het
oorspronkelijke geluid in stappen van een halve toon.
P. Shift B
Hiermee kunt u een fijne aanpassing van de toonhoogte uitvoeren. Een
P. Fine A
instelling van -50 verlaagt de toonhoogte met één halve toon, +50 verhoogt de
P. Fine B
toonhoogte met één halve toon.
Als DUET is ingesteld op ON, wordt er naast het HEXA-VCO-geluid een
zaagtandgolf gespeeld op dezelfde toonhoogtes als het oorspronkelijke geluid.
Dit zorgt ervoor dat het geluid breder wordt.
MEMO
P. Duet
Als u de toonhoogteverschuivingen van HEXA-VCO instelt op waarden als
PITCH+/-12 (één octaaf hoger of lager), +/-7 (reine kwint) of +/-5 (reine kwart),
verkrijgt u een dikker geluid zoals dat van een synthesizer.
U kunt meer diepte toevoegen aan het geluid door PITCH FINE in te stellen op +/-
5, waarmee u de toonhoogte van het HEXA-VCO-geluid lichtjes verschuift.
Deze SWEEP-functie zorgt voor een vloeiende toonhoogteverschuiving als de
Sweep Sw
hoeveelheid toonhoogteverschuiving wordt gewijzigd met "Pitch Sw. "
Past de hoeveelheid tijd aan waarbinnen de toonhoogte wordt verschoven als
de "Pitch Sw"-parameter wordt gewijzigd en het geluid een hogere toonhoogte
Sweep Rise
krijgt. Als deze instelling is ingesteld op nul, wijzigt de toonhoogte onmiddellijk.
Bij hogere waarden gaat de toonhoogte langzamer omhoog.
Past de hoeveelheid tijd aan waarbinnen de toonhoogte wordt verschoven als
de "Pitch Sw"-parameter wordt gewijzigd en het geluid een lagere toonhoogte
Sweep Fall
krijgt. Als deze instelling is ingesteld op nul, wijzigt de toonhoogte onmiddellijk.
Bij hogere waarden gaat de toonhoogte langzamer omlaag.
Vibrato Sw
U kunt een elektronisch vibrato-effect toepassen op het HEXA-VCO-geluid.
Vib Rate
Regelt de snelheid van de vibrato.
Vib Depth
Regelt de diepte van de vibrato.
OSC-synthesizer (OSC: )
Parameter
Uitleg
Hiermee maakt u de golfvorm die het karakter van het geluid bepaalt en geeft u
ook de toonhoogte op. De GP-10 heeft twee oscillators: OSC 1 en OSC 2.
SINGLE
Alleen OSC 1 wordt gebruikt.
DUAL
OSC 1 en OSC 2 worden gebruikt.
Dit is oscillatorsynchronisatie.
Hiermee genereert u een
complexe golfvorm door OSC
Mode
SYNC
2 gedwongen te resetten op
het begin van zijn cyclus in
synchronisatie met de frequentie
van OSC 1.
Dit is een ringmodulator.
Hiermee genereert u een
RING
complexe golfvorm door OSC 1
en OSC 2 te vermenigvuldigen.
Volume
Hiermee stelt u het volume in. Een instelling van 0 geeft geen geluid.
Parameter
Waveform 1/2
Pitch 1/2
Pitch Fine 1/2
PW Width 1/2
PW Mod Rate 1/2 Geeft de hoeveelheid (diepte) LFO op die op de pulsbreedte wordt toegepast.
P. Env Attck 1/2
P. Env Decay 1/2
P. Env Depth 1/2 Geeft de diepte op waarmee de omhullende curve de toonhoogte zal moduleren.
Level 1/2
Filter Type
Filter Slope
Filter Cutoff
FltrCtOffFlw
Fltr Reso
FltrVeloSens
FltrEnvAttck
FltrEnvDecay
FltrEnvSustn
FltrEnvRels
FltrEnvDepth
AmpVeloSens
AmpEnvAttck
AmpEnvDecay
AmpEnvSustn
AmpEnvRels
LFO 1/2 Shape
LFO1/2 RATE
LFO1/2
PtchDpt1/2
LFO1/2 FltDepth Hiermee kan de LFO de FILTER CUTOFF (afsnijfrequentie) moduleren.
LFO1/2
AmpDepth
LFO1/2 Dly Time
LFO1/2 Fade
Time
Poly/Mono
Chromatic
OSC 2
Portamento
OSC 1
Porta Rate
OSC 1
OSC 2
Porta Mode
Instellingen voor modeling/Poly FX/alternatieve stemming
Uitleg
Selecteert de golfvorm die de basis van het geluid vormt.
R Sinusgolf
SIN
T Zaagtandgolf
SAW
S Driehoekige golf
TRI
U Vierkante golf
SQR
V Pulsbreedte
PW
NOISE
Ruis
Regelt de toonhoogte.
Regelt de toonhoogte op een fijnere manier dan de Pitch-parameter.
Geeft de pulsbreedte op.
Geeft de inzet/uitsterftijd op van de
omhullende curve van de toonhoogte.
Regelt het volume van de OSC.
Type filter
BYPASS
Het filter wordt niet gebruikt.
Dit type filter snijdt de tonen af die boven de afsnijfrequentie
LPF
liggen en maakt het geluid zachter.
Dit type filter snijdt de tonen af die onder de afsnijfrequentie
HPF
liggen en benadrukt de hoge tonen.
Dit type filter geeft alleen de tonen door die binnen het gebied
BPF
van de afsnijfrequentie liggen en snijdt de andere tonen af.
Dit type filter versterkt de tonen die binnen het gebied van de
PKG
afsnijfrequentie liggen.
Bepaalt de hellingsgraad (meer
-12 dB
of minder steil) van de low-pass-
filter (filter die de lage tonen
-24 dB
doorlaat).
Geeft de afsnijfrequentie op.
Geeft op hoe de afsnijfrequentie zal worden beïnvloed door de positie van de noot.
Resonantie benadrukt het geluid binnen het gebied van de afsnijfrequentie van
de filter.
Als u de resonantie-instelling verhoogt, wordt deze nadruk vergroot en verkrijgt
u een typisch geluid dat karakteristiek is voor synthesizers.
Geeft op hoe de diepte van de omhullende curve van de filter wordt beïnvloed
door de dynamiek van uw aanslagen.
Geeft de inzet/uitsterftijd/sustain/release op
van de omhullende curve van de filter.
Geeft de diepte en richting op van de wijziging van de afsnijfrequentie.
Hogere waarden doen de afsnijfrequentie naar boven verplaatsen.
Lagere waarden doen de afsnijfrequentie naar beneden verplaatsen.
Geeft op hoe het volume wordt beïnvloed door de dynamiek van uw aanslagen.
Geeft de inzet/uitsterftijd/sustain/release op
van de omhullende curve van de versterker.
Selecteert de LFO-golfvorm.
R Sinusgolf
SIN
T Zaagtandgolf
SAW UP
SAW DOWN
Zaagtandgolf (negatieve polariteit)
S Driehoekige golf
TRI
U Vierkante golf
SQR
RANDOM
Willekeurige golf
W Sample and Hold
S&H
Stelt de snelheid van de LFO in.
Hiermee kan de LFO de toonhoogte moduleren waardoor u een vibrato-effect
verkrijgt.
Hiermee kan de LFO het AMP LEVEL (volume) moduleren waardoor u een
tremolo-effect verkrijgt.
Geeft de tijd op vanaf wanneer een noot wordt gespeeld tot het moment
waarop de LFO wordt toegepast.
Geeft de tijd op vanaf wanneer de toon wordt
weergegeven tot het moment waarop de LFO
zijn maximale amplitude heeft bereikt.
Als dit is ingesteld op MONO, wordt er slechts één noot weergegeven, zelfs
wanneer u een akkoord speelt.
Stel dit in op "ON" als u tonen wilt afspelen in stappen van een halve toon.
Als dit op "ON" staat, verandert de toonhoogte in stappen van een halve toon,
zelfs wanneer u noten "buigt. "
Deze instelling zorgt voor een vloeiende verandering in toonhoogte tussen de
ene noot en de volgende.
Regelt de snelheid waarmee de toonhoogte wordt gewijzigd.
Selecteert hoe portamento wordt toegepast.
* Dit is alleen geldig in de POLY-modus.
Voor elke snaar start het portamento-effect vanaf de toonhoogte
MODE 1
van de laatste noot die op die snaar werd gespeeld.
Portamento start vanaf de toonhoogte van de laatste noot die op
MODE 2
een snaar werd gespeeld.
LPF
7