4. Details van menu-items in Geavanceerde instellingen
Instellingsitems
[Contactoppervlak fuseerproces
aanpassen]
053: [Fuseertemperatuur voor papierinvoer]
Pas de fuseertemperatuur aan waarna het papier na opwarming mag worden ingevoerd.
De papierinvoer start wanneer de fuseereenheid de door de geselecteerde modus gedefinieerde
temperatuur bereikt. Kies één van de volgende modi:
1-3, 5, 6
Dit is de normale afdrukmodus die is toegewezen aan de hand van het papiertype.
4
Om problemen met glans en fuseerfouten te reduceren die mogelijk aan het begin
optreden, zorgt deze modus ervoor dat de fuseertemperatuur van het apparaat tot een
stabiele temperatuur wordt gebracht voordat het afdrukken begint.
Instellingsitems
[Fuseertemperatuur voor papierinvoer]
054: [Verhoging fuseertemperatuur 1]
Pas de temperatuur van de fuseereenheid aan voor een bepaald tijdstip nadat een taak gestart is.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving kan de fuseertemperatuur dalen voordat het papier aan de
fuseereenheid wordt overgedragen. Gebruik deze functie om te voorkomen dat de fuseertemperatuur
daalt.
De fuseertemperatuur moet worden aangepast wanneer er een fuseerfout optreedt of wanneer er
sprake is van ongewone schittering nadat drie tot tien pagina's van een taak met meerdere pagina's zijn
afgedrukt.
Druk op [+] om de temperatuur te verhogen en op [-] om deze te verlagen.
Instellingsitems
[Verhoging fuseertemperatuur 1]
055: [Verhoging fuseertemperatuur 2]
Pas de temperatuur van de fuseereenheid aan voor een bepaalde tijd nadat het schrijven is begonnen.
150
Max. waarde
Min. waarde
3
1
Max. waarde
Min. waarde
6
1
Max. waarde
Min. waarde
30
0
Stap
Eenheid
1
Geen
Stap
Eenheid
1
Geen
Stap
Eenheid
1
graden