3. Aangepaste papierinstellingen voor beheerders
Back-up maken van de gegevens
1.
Steek de SD-kaart in de SD-kaart ingang aan de zijkant van het bedieningspaneel.
2.
Open het [Aanpassingsinst voor geschoolde operators] menu.
3.
Druk op 05: [Apparaat: Onderhoud].
4.
Druk op 0703: [Aangep. pap.gegev. backuppen/herstellen].
5.
Druk op [Back-up maken van aangepaste papierinstellingen].
6.
Druk op [OK].
Herstellen van de gegevens
1.
Steek de SD-kaart met de back-up van de aangepaste papierprofielen in de SD-kaart
ingang aan de zijkant van het bedieningspaneel.
2.
Annuoleer alle aangepaste papierprofielen die zijn toegewezen aan de papierladen.
3.
Open het [Aanpassingsinst voor geschoolde operators] menu.
4.
Druk op 05: [Apparaat: Onderhoud].
5.
Druk op 0703: [Aangep. pap.gegev. backuppen/herstellen].
6.
Druk op [Aangepaste papierinstellingen herstellen].
7.
Druk op [OK].
• Wanneer een eerder gemaakt back-upbestand aanwezig is op de SD-kaart, dan wordt dit door
de back-up overschreven.
• Alle aangepaste papierprofielen die zijn geregistreerd in het apparaat, worden overschreven
tijdens gegevensherstel.
• De back-upgegevens worden hersteld onder het registratienummer dat wordt toegekend op het
moment van de back-up.
Een back-up van aangepaste papierprofielen maken en herstellen met het
bedieningspaneel van de externe controller
Met het bedieningspaneel van de externe controller kunt u aangepaste papierprofielen die gerelateerd
zijn aan gegevens in de papiercatalogus van de externe controller back-uppen en herstellen. Voor meer
informatie, zie de Gebruikershandleiding van de externe controller.
106