U kunt ook het IP-adres aan de printer toewijzen bij het installeren van de print drivers met de
installatiewizard. Wanneer u gebruikmaatk van de netwerkinstallatiefunctie, en de Get IP Address
(IP-adres ophalen) is ingesteld op DHCP/AutoIP op het bedieningspaneelmenu, dan kunt u het
IP-adres instellen van0.0.0.0 tot het gewenste IP-adres op het printerselectievenster.
De IP-instellingen verifiëren
De volgende procedure gebruikt Windows XP als een voorbeeld.
Opmerking:
De rapporten en lijsten worden allemaal afgedrukt in het Engels.
1. Druk de System Settings (Systeeminstell.) pagina af.
2. Kijk onder de IPv4 kop op de System Settings (Systeeminstell.) pagina om zeker te zijn dat het
IP-adres, subnetmasker en gateway-adres juist zijn.
Om te verifiëren of de printer actief is in het netwerk, dient u het pingcommando uit te voeren in uw
computer:
1. Klik op Start, en selecteer Run (Uitvoeren) .
2. Voer cmd in, en klik dan op OK.
Er wordt een zwart venster weergegeven.
3. Voer ping xx.xx.xx.xx in (waarbijxx.xx.xx.xx het IP-adres is van uw printer), en druk dan op de
Enter-toets.
4. Een antwoord van het IP-adres betekent dat de printer actief is op het netwerk.
Zie ook:
"Controleren en afdrukken van de System Settings (Systeeminstell.) pagina" op pagina 52
Controleren en afdrukken van de System Settings (Systeeminstell.) pagina
Druk de System Settings (Systeeminstell.) pagina af en controleer het IP-adres van uw printer.
Epson AcuLaser CX17 Series
Printeraansluiting en software-installatie
Gebruikershandleiding
52