Afdrukken vanaf de Computer
Installeer de print driver om alle functies van de printer te gebruiken. Als u kiest voor Print
(Afdrukken) vanaf een applicatie, wordt een venster met de print driver geopend. Selecteer de juiste
instellingen om het bestand af te drukken. Afdrukinstellingen geselecteerd vanaf de driver hebben
voorrang op de standaardmenu-instellingen geselecteerd in het bedieningspaneel of hulpprogramma
Printerinstellingen.
Door te klikken op Properties (Eigenschappen)/Preferences (Voorkeuren) in het eerste
dialoogvenster Print (Afdrukken) kunt u de afdrukinstellingen wijzigen. Als u niet bekend bent met
een functie van het print driver-venster, opent u de Help voor meer informatie.
De volgende procedure gebruikt Windows XP WordPad als een voorbeeld.
Een taak afdrukken vananf een applicatie:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Selecteer in het File (Bestand) menu, Print (Afdrukken) .
3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Pas de afdrukinstellingen zo
nodig aan (zoals de pagina's die u wilt afdrukken of het aantal kopieën).
4. Om de afdrukinstellingen aan te passen die niet op het startscherm beschikbaar zijn, zoals Paper
Size (Papierformaat), Paper Type (Papiersoort), of MPF Orientation (MPF-richting), klikt
u op Preferences (Voorkeuren).
Het dialoogvenster Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken)
verschijnt.
5. Specificeer de afdrukinstellingen. Voor meer informatie, klik op Help ( Help).
6. Klik op OK om het dialoogvenster Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor
afdrukken) te sluiten.
7. Klik op Print (Afdrukken) om de taak naar de geselecteerde printer te sturen.
Een afdruktaak annuleren
Er zijn verschillende manieren om een afdruktaak te annuleren.
Epson AcuLaser CX17 Series
Gebruikershandleiding
Afdrukbasics
146