24. Zet de printer uit en weer aan.
Zie ook:
"Bedieningspaneel" op pagina 30
De Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen)
De volgende procedure gebruikt Windows XP als een voorbeeld.
Opmerking:
Indien u IPv6 mode gebruikt voor afdrukken via het netwerk, dan kunt u Printer Setting Utility
(Hulpprogramma Printerinstellingen) niet gebruiken voor het toewijzen van een IP-adres.
1. Klik op start — All Programs (Alle programma's) — EPSON — your printer (uw printer)—
Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen).
Opmerking:
Het venster voor het selecteren van een printer verschijnt in deze stap, als de meervoudige print
drivers worden geïnstalleerd op uw computer. In dit geval klikt u op de naam van de gewenste printer
die staat vermeld in Printer Name (Printernaam).
De Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen) verschijnt.
2. Klik op het Printer Maintenance (Printeronderhoud) tabblad.
3. Selecteer TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen) uit de lijst aan de linkerkant van de pagina.
De TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen) pagina wordt weergegeven.
4. Selecteer Panel (Bedieningspaneel) uit IP Address Mode (IP-adresmodus), en voer dan de
waarden in, in IP Address (IP-adres), Subnet Mask (Subnetmasker), en Gateway Address
(Gateway-adres).
5. Klik op de Restart printer to apply new settings (Start de printer opnieuw om nieuwe
instellingen toe te passen)-toets om de werking in te stellen.
Het IP-adres is toegewezen aan uw printer. Om de instelling te controleren, geeft u de webbrowser
weer op een computer die is aangesloten op het netwerk en voert u het IP-adres in, in de adresbalk van
de browser. Indien het IP-adres juist is ingesteld, wordt de EpsonNet Config weergegeven in uw
browser.
Epson AcuLaser CX17 Series
Printeraansluiting en software-installatie
Gebruikershandleiding
51