Tabblad of gebied
Het tabblad Home
Hier vindt u informatie over het
product, de status en de
configuratie.
Tabblad Systeem
Hiermee kunt u het product vanaf uw
computer configureren.
Tabblad Afdrukken
Hiermee kunt u
standaardafdrukinstellingen
wijzigen vanaf uw computer.
40
Hoofdstuk 5 Het apparaat beheren
Omschrijving
Apparaatstatus: Toont de status van het apparaat en het geschatte percentage
●
resterende levensduur van benodigdheden van HP.
Status benodigdheden: Toont de geschatte resterende levensduur van benodigdheden
●
van HP in procenten. De werkelijke resterende levensduur van benodigdheden kan
variëren. Zorg dat u vervangende benodigdheden hebt die u kunt plaatsen wanneer de
afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De cartridge hoeft alleen te worden vervangen, als de
afdrukkwaliteit niet langer acceptabel is.
Apparaatconfiguratie: Hier vindt u informatie die op de configuratiepagina van het
●
product wordt weergegeven.
Netwerkoverzicht: Hier vindt u informatie over de netwerkconfiguratiepagina van het
●
product.
Rapporten: Hiermee drukt u de door het apparaat gegenereerde configuratiepagina en
●
statuspagina voor benodigdheden af.
Logbestand: Hierin staan alle apparaatgebeurtenissen en -fouten.
●
Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over het apparaat en het bedrijf.
●
Papierinstell.: Hiermee wijzigt u de standaardpapierverwerkingsinstellingen van het
●
apparaat.
Afdrukkwaliteit: Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit van
●
het apparaat.
EcoSMART Console: Hiermee wijzigt u de standaardtijden voor het activeren van de
●
sluimermodus of automatische uitschakeling. Configureer de gebeurtenissen die ervoor
zorgen dat het apparaat weer wordt geactiveerd.
Papiersoorten: Hiermee kunt u afdrukmodi configureren die overeenkomen met de door
●
het apparaat geaccepteerde papiersoorten.
Systeeminstellingen: Hiermee wijzigt u de standaardsysteeminstellingen van het
●
apparaat.
Service: Hiermee voert u de schoonmaakprocedure van het apparaat uit.
●
Opslaan en herstellen: Hier kunt u de huidige instellingen voor het product opslaan in
●
een bestand op de computer. Gebruik dit bestand om dezelfde instellingen in een ander
product te laden of de instellingen op een later tijdstip te herstellen op dit product.
Beheer: Hiermee kunt u het wachtwoord van het apparaat instellen of wijzigen. Schakel
●
apparaatfuncties in of uit.
OPMERKING:
Het tabblad Systeem kan met een wachtwoord worden beveiligd. Als dit
apparaat op een netwerk is aangesloten, moet u eerst contact opnemen met de
systeembeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt.
Afdrukken: Hier kunt u de standaardafdrukinstellingen van het product wijzigen, zoals
●
het aantal exemplaren en de afdrukstand. Deze opties zijn tevens beschikbaar op het
bedieningspaneel.
PCL5c: Hier kunt u de PCL5c-instellingen weergeven en wijzigen.
●
PostScript: De functie Print PS-fouten in- of uitschakelen.
●
NLWW