Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Printerinstelling - Epson SC-P5000 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

SC-P5000 Series Gebruikershandleiding
Item
Papiertoev.
-0,70 tot +0,70%
Aanpass. B
Droogtijd
0,0 tot 10,0 sec.
Zuigdruk
-4 tot -1, Standaard
Rolpapierspanning
Alle Kleuren
Inst
Hoog
Hoger
Scheeftrekken
Aan
Voork.
Uit

Printerinstelling

* Standaardinstelling
Item
Degelruimte
Controle Papierform.
Het menu op het bedieningspaneel gebruiken
Beschrijving
Hiermee regelt u de waarde voor de papiertoevoer bij voor het gedeelte
van 1 à 2 cm onderaan losse vellen.
Pas deze waarde aan als dit gedeelte van het papier streepvorming vertoont.
De keuze voor een te kleine waarde levert donkere banden op; verhoog de
waarde. Op dezelfde manier levert de keuze van een te hoge waarde witte
banden op; verlaag de hoeveelheid.
Deze instelling wordt genegeerd wanneer u op rolpapier afdrukt.
Hiermee stelt u voor elke printkoppassage in hoe lang de inkt moet drogen.
Afhankelijk van de hoeveelheid inkt en de papiersoort kan het even duren
voordat de inkt droog is. Als de inkt uitloopt op het papier, stelt u een
langere tijd in voor het drogen van de inkt.
*
Het is belangrijk om de juiste zuigdruk in te stellen voor het gebruikte
papier om de juiste afstand tussen het papier en de printkop te handhaven.
Een te hoge waarde voor dun of zacht papier vergroot de afstand tussen
het papier en de printkop waardoor de afdrukkwaliteit terugloopt of het
papier niet goed doorloopt. In dergelijke gevallen moet u de zuigdruk
verlagen. Een lagere waarde betekent minder kracht.
*
Als het papier kreukt tijdens het afdrukken, selecteer dan Hoog of Hoger.
Voor losse vellen hoeft deze optie niet te worden ingesteld.
*
Hiermee geeft u aan of scheeftrekken van het papier wel (Aan) of niet (Uit)
moet worden tegengegaan tijdens afdrukken op rolpapier.
Voor losse vellen hoeft deze optie niet te worden ingesteld.
Klein
*
Standaard
Groot
Groter
Grootst
*
Aan
Uit
Beschrijving
Selecteer de plaatopening oftewel de afstand tussen de print-
kop en het papier. Meestal gebruikt u Standaard. Selecteer
een bredere instelling als de afdrukresultaten krassen of vlek-
ken hebben. Als u na een printkopuitlijning nog steeds de in-
druk hebt dat de printkop niet goed is uitgelijnd, selecteer
dan Klein.
Deze instelling wordt gewist wanneer u de printer uitzet. Wan-
neer u de printer weer aanzet, is opnieuw de standaardinstel-
ling actief.
Bepaal hier of de printer de breedte van het afdrukmateriaal
automatisch (Aan) of niet (Uit) moet detecteren. In het alge-
meen is het aangeraden om deze instelling op Aan te zetten.
Kies Uit als een fout voor een papierinstelling wordt weerge-
geven als het papier correct is geladen. Houd er echter reke-
ning mee dat de printer buiten het papier kan afdrukken als
Uit is geselecteerd. Als buiten de randen van het papier
wordt afgedrukt, komt de printer binnenin onder de inkt te
zitten.
123

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave