5.8 Liniarisatie
De lineariteit betekent de grootste afwijking van de gewichtsaanduiding van de
weegschaal ten opzichte van de gewichtswaarde van een bepaald controlegewicht,
in plus en in minus, in het gehele weegbereik.
Nadat een afwijking van de lineariteit door toezicht over de controlemiddelen wordt
vastgesteld, is de verbetering daarvan mogelijk door liniarisatie.
• Het doorvoeren van liniarisatie wordt aanbevolen bij weegschalen met
resolutie > 15 000 van de schaalverdeling.
• De liniarisatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakkundige met
een grondige kennis van het omgaan met de weegschalen.
• De gebruikte controlegewichten dienen conform de weegschaalspecificatie te
zijn, zie hoofdstuk "Toezicht over controlemiddelen".
• Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor de stabilisatie is een
opwarmingstijd vereist.
• Na succesvolle liniarisatie wordt aanbevolen de kalibratie door te voeren, zie
hoofdstuk "Toezicht over controlemiddelen".
15
De toets
"UnLoAd" en vervolgens "LoAd"verschijnt.
In het midden het vereiste kalibratiegewicht
leggen (zie hoofdstuk 1 "Technische gegevens").
Na succesvolle stabilisatiecontrole wordt het justeren
automatisch uitgevoerd.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding
verschijnt.
Na succesvol justeren, verschijnt de "Pass" aanduiding.
Tijdens de zelfdiagnose het kalibratiegewicht
afnemen.
Afwachten totdat de weegschaal terug in weegmodus
wordt gezet.
drukken totdat de aanduiding
PFB-BA-nl-1630