Februari 2019
Instrumenten vinden
Instrumenten worden vaak over langere perioden door meerdere personen
geïnstalleerd, geconfigureerd en in bedrijf gesteld. De functie "Locate Device"
(instrument lokaliseren) kan helpen bij het vinden van het gewenste instrument.
Klik op het scherm "Overview" (overzicht) op het instrument op de knop "Locate
Device" (instrument lokaliseren). Er wordt nu een procedure gestart waarmee u
het bericht "Find me" (vind mij) of een zelfgekozen bericht kunt weergeven op de
lcd-display van het instrument.
Als de gebruiker de functie Instrument lokaliseren weer afsluit, hervat de
lcd-display op het instrument normaal bedrijf.
Opmerking
Op sommige hosts wordt de functie Instrument lokaliseren niet ondersteund in de DD.
Stap 6: Verricht de configuratie
Bij elk host- of configuratie-instrument voor F
weergeven en uitvoeren van configuraties anders. Sommige maken gebruik van
instrumentbeschrijvingen (Device Descriptions, DD) of DD-methoden voor
configuratie en om gegevens op verschillende platforms consistent weer te
geven. Deze functies hoeven niet te worden ondersteund door een host- of
configuratie-instrument. Volg de volgende blokvoorbeelden voor het uitvoeren
van een basisconfiguratie van de transmitter. Zie voor meer geavanceerde
configuraties de naslaghandleiding voor de 2051 (publicatienummer
00809-0200-4101, Rev. BA).
Opmerking
DeltaV-gebruikers dienen DeltaV Explorer te gebruiken voor het hulpmiddel- en het
transducerblok, en Control Studio voor de functieblokken.
Configureren van het AI-blok
Als uw configuratie-instrument Dashboard DD's of DTM's ondersteunt, kunt
u zowel de begeleide setupprocedure als handmatige setup gebruiken. Als uw
configuratie-instrumenten geen Dashboard DD's of DTM's ondersteunen,
gebruik dan handmatige setup. Voor beide stappen volgen hieronder
navigatie-instructies. De in elke stap gebruikte schermen worden ook
weergegeven in
Afbeelding
11, de menustructuur voor basisconfiguratie.
-fieldbussen werkt het
OUNDATION
Snelstartgids
13