MY BOOK WORLD EDITION
GEBRUIKERSHANDLEIDING
IP address — Een 32-bits, binair getal dat op unieke wijze een op het netwerk
aangesloten computer identificeert.
LAN — Local Area Network. Een systeem waarin computergebruikers binnen
hetzelfde bedrijf of dezelfde organisatie met elkaar in verbinding staan en tevens vaak
met centraal opgeslagen gegevens in LAN-servers.
LED — Light-emitting Diode. Een elektronisch apparaat dat oplicht wanneer er
stroom doorheen gaat.
Media Server — Een apparaat dat mediabestanden, zoals digitale audio, digitale
video en digitale foto's opslaat en deelt.
Media Storage — Een apparaat dat mediabestanden, zoals digitale audio, digitale
video en digitale foto's opslaat.
Memory — Een apparaat of systeem met het vermogen om gegevens op te slaan of
op te halen.
®
— WD-service voor externe computertoegang. Met de toevoeging van
MioNet
MioNet aan uw thuisnetwerk heeft u veilige en onmiddellijke toegang vanaf elke pc
ter wereld naar uw computer. U kunt uw toepassingen gebruiken en bestanden op
uw computer of opslagapparaat vanaf overal benaderen en delen.
Mirroring — Het proces van het maken van een exacte kopie van opgeslagen
gegevens van de ene schijf naar de andere binnen het RAID-1-systeem. Elke schijf
kan afzonderlijk worden benaderd en gelezen. Een gespiegelde schijf kan uit een
systeem worden verwijderd terwijl de andere schijf of schijven nog steeds actief
blijven. Zie ook RAID 1.
MP3 — MPEG-audio layer 3. Een digitale audiocodering voor het versturen van
muziek over het internet.
Multi-user — Een systeem binnen de informatietechnologie waarmee meerdere
gebruikers gelijktijdig gegevens kunnen benaderen.
NAS — Network Attached Storage. Opslag op harde schijf dat geïnstalleerd is met
een eigen netwerkadres dan aan een computer te zijn bevestigd dat dienst doet als
werkstation voor netwerkgebruikers.
NAT — Network Address Translation. Wordt gebruikt in gateway-apparaten die de
grens vormen tussen het openbare internet en de privé-LAN. Terwijl IP-pakketten van
de privé-LAN de gateway passeren, vertaalt NAT een privé IP-adres en poortnummer
naar een openbaar IP-adres en poortnummer, waarbij die vertalingen worden
bijgehouden om afzonderlijke sessies intact te houden.
Network Computer — Een computer die met een centrale opslagfaciliteit
communiceert zoals een server of RAID-systeem.
NFS — Network File System. Een Network File System (NFS) is een systeemprotocol
voor netwerkbestanden waarmee een gebruiker op een client-computer net zo
gemakkelijk toegang tot bestanden in het netwerk krijgt, alsof de netwerkapparaten aan
de lokale schijven gekoppeld zouden zijn. Meestal gebruikt bij UNIX-systemen. Zie ook
Protocol.
WOORDENLIJST - 187