Montage
Afb. 5.26
Ontluchtingsventiel
5.12.1
De verwarmingsinstallatie vullen
► Het volledige verwarmingssysteem (verwarmingscircuit, warmtegenerator, buffervat) in koude toestand
langzaam vullen via de KFE-kraan op de verwarmingsretourleiding tot op de bedrijfsdruk (bijv. 2 bar).
► Drukexpansievat langzaam openen.
► Aanvoerkleppen op de warmtegenerator openen.
► De verwarmingsinstallatie vullen tot de bedrijfsdruk (bijv. 2 bar) bereikt is.
► De volledige installatie op waterdichtheid controleren.
► De gaskogelkraan openen.
5.12.2
Controleer de hydraulische leidingen op lekken
Controlecriteria
minimale systeemdruk
Overdrukventiel
Installatiedruk
5.13
pH-waarde controleren
Door chemische reacties verschuift de pH-waarde:
► Controleer de pH-waarde 8 - 12 weken na inbedrijfstelling.
► Waarde vergelijken
pH-waarde ligt binnen het aangegeven bereik:
► Geen maatregelen nodig.
pH-waarde ligt niet binnen het aangegeven bereik:
► Maatregelen treffen.
► Additieven voor alkalisatie toevoegen.
5.14
Regelmodules
De regelmodules worden gebruikt om specifieke parameters van het verwarmingstoestel in te stellen of
weer te geven.
Bedienmodule BM-2
Deze regelmodule communiceert via eBus met alle aangesloten uitbreidingsmodules en met het
verwarmingstoestel.
Weergavemodule AM
Deze regelmodule dient als display voor het verwarmingstoestel.
Voor de werking dient ofwel een weergavemodule AM ofwel een bedienmodule BM-2 te zijn
i
geplaatst.
44 | WOLF GmbH
Eenheid
bar/MPa
bar
bar
(Tab. 4.3 Elektrische geleidbaarheid en
Waarde
Maatregelen
1,0/0,1
-
► Afsluitkranen in het verwarmingscircuit
6
naar de warmtegenerator afsluiten
<1,5
► Water bijvullen.
waterhardheid).
8616398_202005