Montage
5.10.2
Dakdoorvoer monteren
Afb. 5.11
Dakdoorvoer [mm]
2
Kraag voor plat dak
3
Adapter voor "Klöber-grondplaten"
4
Universeelpan
De dakdoorvoer (1) alleen in originele staat installeren. Veranderingen zijn niet toegelaten.
i
Universeelpan (4) kan worden gecombineerd met adapter voor "Klöber-voetplaten" (3).
► Kraag voor plat dak (2) in dakdekking lijmen.
► Bij universeelpan (4) de aanwijzing voor de inbouw in de dakhelling op de kap in acht nemen.
► De dakdoorvoer (1) van boven door het dak voeren.
► Dakdoorvoer met een bevestigingsbeugel (5) verticaal aan de balk of het metselwerk bevestigen.
5.11
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Elektrische spanning, ook als de bedrijfsschakelaar uitgeschakeld is!
Dood door een elektrische schok
► Koppel het hele systeem meerpolig los (bijv. aan de door de klant geleverde zekering of een
hoofdschakelaar, noodverwarmingsschakelaar).
► Controleer of er geen spanning is.
► De installatie beveiligen tegen herinschakeling.
5.11.1
Algemene aanwijzingen elektrische aansluiting
► Sensorleidingen en busleidingen niet in hetzelfde traject met leidingen van 230 V leggen.
► Aansluitleidingen en kabels voorzien van snoerklemmen.
► De plaatselijke bepalingen van VDE/ÖVE in acht nemen.
► De bepalingen van de plaatselijke elektriciteitsbedrijven zijn doorslaggevend.
5.11.2
Netaansluiting
Aansluitkabel flexibel 3 x 1,0 mm² of star, max. 3 x 1,5 mm².
► Bij een vaste aansluiting het net via een scheidingsinrichting (bijv. zekering,
verwarmingsnoodschakelaar) met minstens 3 mm contactafstand aansluiten.
36 | WOLF GmbH
5
4
3
2
Ø 130
5
1
1
Bevestigingsbeugel
Dakdoorvoer
8616398_202005