Autophone (optie)
Het toestel kan voorzien zijn van een autophone-functie. Wanneer het toestel in de buurt
van een telefoonhoorn is, zal autophone een telefoonprogramma activeren.
U hoort een aantal signalen zodra het telefoonprogramma is geactiveerd.
Na het beëindigen van het telefoongesprek keert het toestel automatisch terug naar het
voorgaande programma.
Niet alle telefoons kunnen de autophone activeren. Soms
is een speciale magneet op de telefoonhoorn noodzakelijk.
Volg voor het aanbrengen van de magneet de instructies
van uw audicien.
32
WAArscHUWing
Bij gebruik van een autophone-magneet:
• Houd de magneten buiten bereik van kinderen en huisdieren. Raadpleeg
onmiddellijk een arts bij inslikken van een magneet.
• Draag de magneet niet in een borstzak en houd de magneet altijd 30 cm verwijderd
van actieve geïmplanteerde apparatuur zoals pacemakers, defibrillators etc. Gebruik
de telefoon met magneet bij voorkeur aan de tegenoverliggende kant van een
pacemaker of andere actieve geïmplanteerde apparatuur.
• Houd de magneet 30 cm verwijderd van creditcards en andere magnetisch
gevoelige voorwerpen.
33