7. VOORZORGSMAATREGELEN
(1) CORRECT RIJDEN
Voordat u gaat rijden, moet u de richtingaanwijzer inschakelen en controleren
of de weg achter u veilig is.
Rijd niet met grote snelheid een weg op en blijf zoveel mogelijk rechts rijden
om gevaarlijke situaties te voorkomen.
LET OP!
Een beheerste rijstijl zal de levensduur van de motor verlengen. De
koppelingsvoeringen verslijten sneller naarmate ze vaker bij een lage
snelheid worden gebruikt.
(2) DE SNELHEID REGELEN
De snelheid wordt geregeld met de gashendel.
gashendel opendraaien
De snelheid neemt toe. Trek nooit plotseling op.
Als u op een stijgende weg rijdt, draai dan de gashendel gedoseerd open om
het vermogen op te voeren.
gashendel dichtdraaien
De snelheid neemt af. Draai de gashendel snel dicht.
WAARSCHUWING!
Haal beide remhevels aan terwijl u de gashendel dichtdraait. Zodoende
heeft u minder tijd nodig om vaart te minderen.
24