11
Druk op de toets Enter (
menu 'IP Address'.
Een IP-adres bestaat uit 4 bytes.
Voer voor elke byte een
getal tussen 0 en 255 in.
12
Druk op een van de bladertoetsen (
tussen 0 en 255 in te voeren, en druk op de toets Enter
(
).
13
Herhaal stap 12 om het adres volledig in te voeren. U moet
voor elk van de 4 bytes een getal invoeren.
14
Als u andere parameters wilt selecteren, zoals het
subnetmasker of de gateway, drukt u op een van de
bladertoetsen (
15
Herhaal stap 12 en 13 om de overige TCP/IP-parameters te
configureren.
16
Druk op de toets On Line/Continue (
keren naar de modus Gereed.
Dynamische adressering (BOOTP/DHCP)
Als u wilt dat het TCP/IP-adres automatisch door de server
wordt toegewezen, gaat u als volgt te werk:
1
Druk in de modus Gereed op de toets Menu (
onderste regel van het display 'Network' verschijnt. Druk op
de toets Enter (
2
Druk op de toets Enter (
'Config Network' verschijnt.
3
Druk op
of
op de toets Enter (
4
Druk op de toets Upper Level (
de bladertoets (
) om toegang te krijgen tot het
of
). Druk op de toets Enter (
) om het menu te openen.
) wanneer op de onderste regel
tot 'Yes' verschijnt, en druk vervolgens
).
) en druk vervolgens op
).
U
W PRINTER GEBRUIKEN IN EEN NETWERK
of
) om een getal
).
) om terug te
) tot op de
E.9
E