C.8
U
W PRINTER GEBRUIKEN IN
6
Klik op OK om te beginnen met het ongedaan maken van
de installatie.
7
Nadat de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op
Finished.
Het configuratiehulpprogramma
Het configuratiehulpprogramma geeft toegang tot beheertaken,
zoals het toevoegen en verwijderen van printers en het wijzigen
van hun globale instellingen. Gewone gebruikers kunnen het
configuratiehulpprogramma ook uitvoeren om taakwachtrijen
weer te geven, printereigenschappen te controleren en hun
lokale voorkeuren te wijzigen.
Om toegang te krijgen tot het configuratiehulpprogramma:
1
Dubbelklik onderaan op het scherm op het pictogram
Startup Menu en selecteer Linux Printer en vervolgens
Configuration Tool. Het printerconfiguratievenster van
Linux verschijnt.
U kunt dit venster ook openen door 'linux-config' te typen
in het terminalvenster.
2
In het linkerdeelvenster van het printerconfiguratievenster
wordt een lijst van de geïnstalleerde printers weergegeven.
Het rechterdeelvenster bevat een aantal tabbladen die
informatie over de geselecteerde printer weergeven.
Selecteer uw printer als deze nog niet geselecteerd is.
L
INUX