Scheid in geval van een aangesloten externe bedieningsunit de insteekverbinding van de
verbindingskabel.
3. Trek de PVC afdekking van de printplaat op de zijkant van de invoering van de lintkabel uit de groef van
de EPP-behuizing.
4. Na het scheiden van alle kabelaansluitingen kan de besturingsprintplaat uit de fixatiegoot van de
EPP-behuizing worden genomen.
Bij vervanging van de besturingsprintplaat dient men erop te letten dat alle aders van de
kabels voor verwijdering losgemaakt zijn en bij inbouw weer volgens het
klemmenschema (zie 3.5.2) worden aangesloten!
5. Monteer na vervanging van de besturingsprintplaat alle onderdelen en let erop dat alle elektrische
verbindingen weer in omgekeerde volgorde tot stand worden gebracht.
6. Herstel de netvoeding.
Weergave van storingsmeldingen
De unitbesturing is uitgerust met een intern systeem voor foutdetectie. De weergave van een foutmelding vindt
plaats door het oplichten van de rode "LED Storing" en een gecodeerde storingsprognose met LED1-4. In
reactie op een storing worden de ventilatoren uitgeschakeld.
Foutcodes in storingstoestand
Fout
Ventilator 1
Ventilator 2
Temp. Sensor buitenlucht
Vochtigheidssensor
CO2-sensor
32
LED1
LED2
knippert
-
-
knippert
-
-
knippert
knippert
-
-
LED3
LED4
-
knippert
-
knippert
knippert
knippert
-
knippert
-
knippert