Bedieningsfuncties en signalering van de bedieningsunit
Symbool
LED1 aan
LED1-2 aan
LED1-3 aan
LED1-4 aan
LED AUTO brandt
LED AUTO brandt
LED1-4 aan
10
Aanduiding
Verklaring
Bedrijfsmodus
De selectie van de huidige ventilatiestand (in totaal 4 ventilatie-
Ventilatiestand
standen met vaste toerentallen per ventilator) wordt uitgevoerd
met de (-) / (+) toetsen.
Ventilatiestand 1
Door op de (+) toets te drukken, wordt de volgende hogere
(LS1)
ventilatiestand ingesteld, en door op de (-) toets te drukken wordt
de volgende lagere ventilatiestand ingesteld.
Ventilatiestand 2
(LS2)
Ventilatiestand 3
(LS3)
Ventilatiestand 4
(LS4)
Bedrijfsmodus
Door vanuit de actueel actieve stand LS4 op de (+) toets te
Automatisch
drukken, wordt het apparaat in de ventilatiestand AUTO gezet.
(AUTO)
De ventilatiestand AUTO wordt door indrukken van de (-) toets
verlaten
De automatische bedrijfsmodus wordt gevisualiseerd door de
LED Automatisch.
Bedrijfsmodus
Bad-functie
sensormodule
schakelaarconfiguratie.
Vanaf een relatieve luchtvochtigheid van 80% in de ruimte lopen
de ventilatoren met maximaal toerental. Bij onderschrijding van
deze grenswaarde wordt weer de eerder actieve bedrijfsmodus
overgenomen.
Bedrijfsmodus
boost ventilatie
ventilatiestand 4 is alleen activeerbaar bij instelling van de
juiste DIP-schakelaarconfiguratie.
Na afloop van de duur van de boost ventilatie wordt de unit
teruggeschakeld
ventilatiestand. Als laatste ventilatiestand geldt de ventilatiestand
die langer dan 10 s actief was. Bij geactiveerde boost ventilatie
blijven de eventueel actieve bedrijfsmodi "Retourluchtbedrijf"
resp. "Toevoerluchtbedrijf" behouden.
De boost ventilatieduur van 15, 30 of 45 min kan door de
klantenservice worden ingesteld met de programmeermodule.
(Fabrieksinstelling: 15 min)
en
het
toestel
keert
De Bad-functie is alleen activeerbaar met een
en
bij
instelling
De boosterventilatiefunctie als tijdelijk geactiveerde
naar
de
terug
naar
stand
van
de
juiste
als
laatste
geselecteerde
LS4.
DIP-