Waarschuwingsmeldingen
Melding op het display
Olietemperatuur te hoog.
Machinetoerental is
verlaagd en werktuig is
uitgeschakeld.
Olietemperatuur te laag.
Machinetoerental is
verlaagd en werktuig is
uitgeschakeld.
Oliedruk hoger dan
toegestaan. Controleer
proportionele
drukontlastklep.
Overbelasting tijdens
softstart. Controleer de
ingangsspanning en de
softstart-instellingen.
Fasefout. Controleer:
Ingangsfase
Ingangsspanning
Machinetoerental is
verlaagd en werktuig is
uitgeschakeld.
Motortemperatuur te
hoog. Machinetoerental
is verlaagd en werktuig is
uitgeschakeld.
Geen hydraulische druk
gedetecteerd.
Controleer:
Oliepeil
Draaien motor
Controleer Noodstop op
machine en herstart
machine.
Verlies van terminal
gedurende langer dan
120 seconden
Oliedruk in
circulatiepompmodus te
hoog. Controleer
circulatieklep
Fout motorstart,
controleer:
Softstarter
Contactors
Startrelais
OPSPOREN VAN STORINGEN
Indicatie op de
Effect op
machinefuncties Oorzaak
machine
De werklampen
knipperen en de
circulatiepomp
De machine
wordt
schakelt het
ingeschakeld.
gereedschap uit
De motor wordt
en verlaagt de
uitgeschakeld
machinesnelheid
als de melding
met 50%.
niet binnen 10
sec. wordt
bevestigd.
De motor
afgezet is.
De werklamp
knippert.
Voorkomt dat de
machine wordt
gestart.
Mogelijke handeling
Schakel de circulatiepompmodus in
om de hydraulische olie te koelen.
Koeler reinigen
De olietemperatuur
is hoger dan 90 °C
Reinig de koelventilator
Controleer de sensor en de kabels
naar de sensor.
Laat de machine langzaam
opwarmen. Warm het onderstel op
door de rupsbanden te laten lopen.
Eerst langzaam en vervolgens
De olietemperatuur
sneller, met de stempelpoten
is lager dan -5 °C
uitgeklapt.
Controleer de sensor en de kabels
naar de sensor.
Controleer de proportionele
drukontlastklep.
De oliedruk is hoger
dan de toegestane
Controleer de drukregelaar door
maximumdruk.
een cilinder helemaal uit te
schuiven gedurende 2 seconden.
Overbelasting soft-
Controleer ingangsspanning en
start.
instellingen softstart.
Fasefout in 3-
Controleer het spanningsniveau
faseningang en de
van de ingangsfasen of controleer
motortemperatuur
op faseverlies.
is te hoog.
Hoge temp. motor
Laat de circulatiepomp pompen en
gedetecteerd
wacht totdat de temperatuur daalt.
Controleer of de pomp druk
genereert.
Waarschuwt als de
druk onder de 2 bar
Controleer het hydraulische oliepeil
daalt terwijl de
motor loopt.
Controleer of de motor in de goede
richting loopt.
Noodstopknop
Controleer de noodstop op de
ingedrukt op
machine.
machine, defect
Controleer het veiligheidsrelais en
veiligheidsrelais,
het veiligheidscircuit
besturingscircuit
van veiligheidsrelais
Controleer het startrelais
open.
De machine heeft al
2 min. geen contact
De machine knippert 3 keer als de
gehad met de
melding wordt bevestigd.
afstandsbediening.
De oliedruk van de
Controleer de circulatiepompklep
circulatiepomp is te
(stationairklep)
hoog.
Controleer omloopsignaal van
Geen
softstarter.
omloopsignaal van
Controleer softstarter, contactors,
softstarter
zekering F6 en startrelais.
Dutch – 59