Menu-onderdelen
Dynamische-bereikopt.: auto (standaardinstelling):
Corrigeert automatisch de helderheid.
Dynamische-bereikopt.: 1 ― Dynamische-bereikopt.: 5:
Optimaliseert de gradatie van een opgenomen beeld voor elk gebied. Selecteer het
optimalisatieniveau tussen Lv1 (zwak) en Lv5 (krachtig).
Opmerking
[DRO/Auto HDR] ligt vast op [Uit] wanneer de opnamefunctie is ingesteld op [Panorama d.
beweg.], of wanneer [NR Multi Frame] of [Foto-effect] wordt gebruikt.
De instelling ligt vast op [Uit] wanneer [Zonsondergang], [Nachtscène], [Nachtportret],
[Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas] is geselecteerd bij [Scènekeuze]. De instelling
ligt vast op [Dynamische-bereikopt.: auto] wanneer andere functies zijn geselecteerd bij
[Scènekeuze].
Tijdens opnemen met [D.-bereikopt.] kan ruis voorkomen in het beeld. Selecteer het juiste
niveau door het opgenomen beeld te controleren, vooral wanneer u het effect sterker maakt.
[93] De opnamefuncties gebruiken > De helderheid of het
contrast corrigeren
Auto HDR
Verbreedt het bereik (gradatie) zodat u van de heldere delen tot de donkere delen beelden met
de juiste helderheid kunt opnemen (HDR: High Dynamic Range). 1 beeld met de juiste
belichting en één beeld samengesteld uit over elkaar liggende beelden worden opgenomen.
1. MENU →
2. Selecteer de gewenste instelling met de linker-/rechterkant van het besturingswiel.
Menu-onderdelen
Auto HDR: belichtingsver. auto (standaardinstelling):
Corrigeert automatisch het belichtingsverschil.
Auto HDR: belichtingsver. 1,0 EV ― Auto HDR: belichtingsver. 6,0 EV:
Stelt het belichtingsverschil in op basis van het contrast van het onderwerp. Selecteer het
optimale niveau tussen 1,0 EV (zwak) en 6,0 EV (sterk).
Bijvoorbeeld, als u de belichtingswaarde instelt op 2,0 EV, worden drie beelden samengesteld
met de volgende belichtingsniveaus: ; −1,0 EV, optimale belichting en +1,0 EV.
(Camera- instellingen) → [DRO/Auto HDR] → [Auto HDR].