het bepalen van de belichting.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Multi (standaardinstelling):
Na opdeling van het totale scherm in meerdere gebieden wordt het licht op elk gebied gemeten,
en zo wordt de juiste belichting van het hele scherm bepaald (Multi-patroonmeting).
Midden:
Meet de gemiddelde helderheid van het hele scherm, terwijl de nadruk ligt op het
middengedeelte van het scherm (Middengewogen meting).
Spot:
Meet alleen het middengedeelte (Spotmeting). Deze functie is nuttig wanneer het onderwerp
van achteren wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Opmerking
[Multi] wordt geselecteerd bij gebruik van de volgende functies:
Bewegende beelden opnemen
[Slim automatisch]
[Superieur automat.]
[Scènekeuze]
Alle zoomfuncties, behalve optische zoom
[72] De opnamefuncties gebruiken > Belichting instellen
AE-vergrendeling
Wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond hoog is, zoals bij het opnemen
van een onderwerp met tegenlicht of een onderwerp bij een raam, meet u het licht op een punt
waarop het onderwerp de juiste belichting lijkt te hebben, en vergrendelt u de belichting voordat
u het beeld opneemt. Om de helderheid van een onderwerp te verlagen, meet u het licht op een
punt dat helderder is dan het onderwerp en vergrendelt u de belichting van het hele scherm.
Om het onderwerp helderder te maken, meet u het licht op een punt dat donkerder is dan het
onderwerp en vergrendelt u de belichting van het hele scherm.
1. Stel scherp op het punt waarop de belichting werd ingesteld.
2. Zet de AF/MF/AEL-keuzeknop in de stand AEL en druk daarna op de AEL-knop.
(Camera- instellingen) → [Lichtmeetfunctie] → gewenste instelling.