Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie Van Laadstation - Husqvarna Auto Mower Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Auto Mower Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer het laadstation in een passage geplaatst moet worden,
kan het gras in de buurt van het laadstation onnodig vaak gemaaid
worden. Voor zulke plekken kan de maaier zo geprogrammeerd
worden dat hij het laadstation in elke gewenste richting binnen het
bereik 45-315° kan verlaten. U moet dan gewoon de hoeken
intoetsen waartussen de maaier het laadstation moet verlaten. Zie
hoofdstuk „Gebruik" (Het laadstation verlaten).
Bij installatie in gebieden met een warm klimaat is het gunstig
wanneer het laadstation op een schaduwrijke plaats wordt
geplaatst.
Aparte werkterreinen
Het kan in bepaalde gevallen handig zijn om meerdere
werkterreinen te creëren:
• Als de grasoppervlakten niet met elkaar in verband staan.
• Wanneer de ene oppervlakte aanzienlijk kleiner is dan de andere
en ze alleen door een lange smalle passage zijn verbonden.
Het laadstation en de zoeklus moeten in het hoofdgebied worden
geplaatst, d.w.z. het grootste werkterrein. De begrenzingslus
wordt vervolgens volgens de installatie-aanwijzingen langs de
buitenrand van het werkterrein van de Auto Mower gelegd, zie
„Installatie van begrenzingslus". Het bijgebied of de bijgebieden
worden gemaakt door de begrenzingslus als een „eiland" buiten
het werkterrein te leggen. Zie afbeelding.
De Auto Mower moet dan handmatig tussen de verschillende
werkterreinen worden verplaatst omdat het automatisch
opladen van de batterij alleen maar functioneert in het
hoofdgebied. Om het handmatige werk te vergemakkelijken, zie
het hoofdstuk „Instellingen" (Het maaien van het bijgebied).
Op een volledig opgeladen batterij maait de Auto Mower
ongeveer 2-3 uur of 200-300 m
de batterij en de lengte van het gras.
Bijgebied
Hoofdgebied
6
– Nederlands
INSTALLATIE
2
, afhankelijk van de leeftijd van

Installatie van laadstation

Bevestig het laadstation aan de
grond met de zes meegeleverde
spijkers.
De kabels van de begrenzings-
en zoeklus moeten door de
kabelgoten in het laadstation
worden gelegd en uitkomen bij
het aansluitblok op de achterkant.
De transformatorkabel wordt aan
de achterkant uit het blok geleid
door het gat in de afdekkap.
De inkomende zoekkabel (wordt
op klem 1 aangesloten) moet
door een van de vier kabelgoten
gelegd worden die beschikbaar
zijn aan de voorkant van het
laadstation. Bij de meeste
installaties zorgen de eerste of
tweede goot van links voor het
beste dokresultaat (zie
afbeelding).
Om het dokken en laden van de batterij goed te laten werken is
het belangrijk dat het laadstation zo wordt geïnstalleerd dat met
het volgende rekening wordt gehouden:
• Het laadstation mag niet heuvelop staan (fig. 1).
• Het laadstation moet vlak staan in verhouding tot de maaier
(fig. 2 en 3).
• Het laadstation moet op een vlakke ondergrond staan (fig. 4).
Aan de achterkant zit een
aansluitblok. De laagspannings-
kabel, de kabels van de zoeklus
en de begrenzingslus moeten
worden aangesloten op dit
aansluitblok. Zie „Installatie,
stap voor stap".
Fig.1
Fig.2
Fig.3
Fig.4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave