6. Problemen verhelpen
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog:
De spanning in de tussenkring (DC) is hoger dan de overspanningsbe-
grenzing van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds
actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag:
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de onderspanningsbegrenzing
van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning:
Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspanningsbegrenzing
schakelt de frequentieomvormer na een bepaalde tijd uit.
Mogelijke correcties:
Sluit een remweerstand aan
Verleng de aan/uitlooptijd
Activeer functies in par. 2-10
Verhoog par. 14-26
6
Alarm/waarschuwingslimieten:
Onderspanning
Waarschuwing
lage spanning
Waarschuwing
hoge spanning
(zonder rem –
met rem)
Overspanning
De aangegeven spanningen hebben betrekking op de tus-
senkringspanning van de frequentieomvormer met een to-
lerantie van ± 5%. De bijbehorende netspanning is de
tussenkringspanning (DC-tussenkring) gedeeld door 1,35.
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning:
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de waarde voor 'Waar-
schuwing lage spanning' (zie bovenstaande tabel), zal de frequentieom-
vormer controleren of de 24 V-reservevoeding is aangesloten.
Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequentieom-
vormer uit na een bepaalde tijd die afhankelijk is van de eenheid.
Zie
Algemene specificaties
schikt is voor de frequentieomvormer.
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast:
De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling wegens
overbelasting (te hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller voor
de thermo-elektronische inverterbeveiliging geeft een waarschuwing bij
98% en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt gegenereerd. De
frequentieomvormer kan niet worden gereset totdat de teller onder de
90% is gezakt.
De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een te lange tijd voor
meer dan 100% is overbelast.
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-ETR:
De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de motor te
warm is. In par. 1-90 kan worden geselecteerd of de frequentieomvormer
een waarschuwing of een alarm moet geven wanneer de teller 100%
bereikt. De fout is dat de motor gedurende een te lange tijd voor meer
dan 100% is overbelast. Controleer of motorparameter 1-24 juist is in-
gesteld.
86
3 x 200-240
3 x 380-500
3 x 525-600 V
V
V
[VDC]
[VDC]
[VDC]
185
373
532
205
410
585
390/405
810/840
943/965
410
855
975
om te controleren of de voedingsspanning ge-
MG.33.AA.10 – VLT is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermis-
tor:
De thermistor of de thermistoraansluiting is ontkoppeld. In par. 1-90 kan
worden geselecteerd of de frequentieomvormer een waarschuwing of
een alarm moet geven wanneer de teller 100% bereikt. Controleer of de
thermistor juist is aangesloten tussen klem 53 of 54 (analoge spannings-
ingang) en klem 50 (+10 V-voeding), of tussen klem 18 of 19 (digitale
ingang, alleen PNP) en klem 50. Als er een KTY-sensor wordt gebruikt,
moet u controleren op een juiste aansluiting tussen klem 54 en 55.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing:
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in par. 4-16 (bij motor-
werking) of hoger dan de waarde in par. 4-17 (bij generatorwerking).
WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom:
De piekstroomgrens van de omvormer (circa 200% van de nominale
stroom) is overschreden. De waarschuwing zal ongeveer 8-12 s aanhou-
den, waarna de frequentieomvormer uitschakelt en een alarm geeft.
Schakel de frequentieomvormer uit en controleer of de motoras kan wor-
den gedraaid en of de maat van de motor geschikt is voor de frequen-
tieomvormer.
Als uitgebreide mechanische remcontrole is geselecteerd, kan de uit-
schakeling extern worden gereset.
ALARM 14, Aardfout:
Er vindt een ontlading plaats van de uitgangsfasen naar de aarde, ofwel
in de kabel tussen de frequentieomvormer en de motor of in de motor
zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef de aardfout op.
ALARM 15, Incomplete hardware:
Een gemonteerde optie kan niet worden verwerkt door de huidige stuur-
kaart (hardware of software).
ALARM 16, Kortsluiting:
Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de motor zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef de kortsluiting op.
WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-out:
Er is geen communicatie met de frequentieomvormer.
Deze waarschuwing zal alleen actief zijn wanneer par. 8-04 NIET is in-
UIT
gesteld op
.
Stop en uitsch.
Als par. 8-04 is ingesteld op
worden gegeven. Na de uitlooptijd volgt de uitschakeling, waarbij een
alarm wordt gegeven.
Par. 8-03
Time-out-tijd stuurwoord
kan mogelijk worden verhoogd.
WAARSCHUWING 23, Fout interne ventilator:
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die contro-
leert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing
kan worden uitgeschakeld via par. 14-53
Uitgesch. [0]).
WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator:
De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die contro-
leert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing
kan worden uitgeschakeld via par. 14-53
Uitgesch. [0]).
WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand:
De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als er kortsluiting op-
treedt, wordt de remfunctie afgeschakeld en wordt de waarschuwing
gegeven. De frequentieomvormer functioneert nog wel, zij het zonder de
remfunctie. Schakel de frequentieomvormer uit en vervang de remweer-
Remtest
stand (zie par. 2-15
).
handleiding
zal er een waarschuwing
Ventilatorbew.
(ingesteld op
Ventilatorbew.
(ingesteld op