®
VLT
AutomationDrive FC 300 Bedienings-
handleiding
3-03 Max. referentie
Range:
*
[Par. 3-02 - 100000,000] Stel de maximumreferentie in. De maximumreferentie is de hoogste waarde die kan worden verkregen door
1500.000
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range:
*
s
[0,01-3600,00 s]
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range:
Afhankelijk van grootte
[0,01-3600,00 s]
Functie:
optelling van alle referenties.
De eenheid van de maximumreferentie komt overeen met:
•
de geselecteerde configuratie in par. 1-00
Koppel
[2], Nm;
•
de geselecteerde eenheid in par. 3-01
Functie:
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de versnellingstijd van 0 tpm tot de nominale motorsnelheid n
de aanlooptijd zo in dat de uitgangsstroom tijdens het aanlopen de stroomgrens in par. 4-18 niet overschrijdt.
De waarde 0,00 komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie uitlooptijd in par. 3-42.
t acc s
× n
M
Par.
. 3 − 41 =
Functie:
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig is om te vertragen van de nominale motorsnelheid n
tot 0 tpm. Stel de uitlooptijd zo in dat er in de inverter geen overspanning ontstaat als gevolg van de genera-
torwerking van de motor en de opgewekte stroom de ingestelde stroomgrens in par. 4-18 niet overschrijdt. De
waarde 0,00 komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie aanlooptijd in par. 3-41.
t acc s x n M
Par.
. 3 − 42 =
MG.33.AA.10 – VLT is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4. Aanwijzingen voor het programmeren
Configuratiemodus
: voor
Referentie/terugk.eenheid
.
(
par.
. 1 − 25 )
tpm
,
N
ref tpm
Δ
(
par.
. 1 − 25 )
tpm
N
,
ref tpm
Δ
Snelheid gesl. lus
[1], tpm; voor
(par. 1-25). Stel
M,N
(par. 1-25)
M,N
47
4