Reinigingsmiddelen - Gebruiksaanwijzingen
Verdun de reinigingsmiddelen altijd overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant. Ge-
bruik geen natriumhypochloriet (bleekmiddel) of andere oxidatiemiddelen, en dan vooral
niet in hoge concentratie, en gebruik geen oplosmiddelen of koolwatersto en. Het water en
het reinigingsmiddel moeten een temperatuur hebben die niet het maximum vermeld in de
technische gegevens overschrijdt en mogen geen zand en/of andere onreinheden bevatten.
De machine is ontworpen om gebruikt te worden met reinigingsmiddelen die niet schuimen en bio-
logisch afbreekbaar zijn en speciek voor schrobveegmachines zijn bedoeld.
Voor een complete en bijgewerkte lijst van de beschikbare reinigingsmiddelen en chemische pro-
ducten, dient u contact op te nemen met de fabrikant: u zult vervolgens de documentatie ontvan-
gen, samen met de handleiding "Compleet reinigingssysteem".
Gebruik uitsluitend producten die geschikt zijn voor de vloer en het te verwijderen vuil.
Volg de veiligheidsvoorschriften betre ende het gebruik van de reinigingsmiddelen, die vermeld zijn
in de paragraaf "veiligheidsvoorschriften".
De machine voor het werk gereed maken
Alvorens met werken te beginnen, een schort, gehoorbeschermers, antislip- en waterdicht
schoeisel, masker ter bescherming van de luchtwegen, handschoenen en elke ander be-
schermingsmiddel dragen dat is aangegeven door de fabrikant van het gebruikte reiniging-
smiddel of vereist wordt door de omgeving waarin men werkt.
Voer de volgende handelingen uit alvorens met het werk te beginnen:
controleer het laadniveau van de batterijen (indien nodig deze opladen);
schakel de parkeerrem in m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (g. 8, ref. 12);
controleer of de vuilwatertank (g. 2, ref. 2) leeg is; indien niet, deze tank ledigen;
controleer of de regelschuif van de kraan (g. 8, ref. 3) in de GESLOTEN stand staat;
vul de schoonwatertank (g. 2, ref. 3) via de speciale opening aan de voorkant (g. 9, ref.
7) met schoon water en niet-schuimend reinigingsmiddel in de juiste concentratie: laat
minstens 5 cm niveauverschil tussen het oppervlak van de vloeistof en de vulopening van
de tank;
monteer borstels of padhouders van het type dat geschikt is voor de vloer en het uit te
voeren werk;
laat de kop zakken door op de knop voor het stijgen-zakken van de borstels te drukken (g.
8 ref. 5), namelijk op de pijl omlaag;
controleer of het zuigrubber (g. 2, ref. 8) goed bevestigd is en verbonden is met de zuig-
slang (g. 9, ref. 4); controleer of de achterste strip niet versleten is.
Indien de machine voor de eerste keer gebruikt wordt, wordt een korte testperiode op een
groot oppervlak zonder obstakels geadviseerd, om de benodigde ervaring op te doen.
Ledig altijd de vuilwatertank alvorens de schoonwatertank opnieuw te vullen.
ATTENTIE
ATTENTIE
INFORMATIE
NL
27