den.
-
Deze machine is ontworpen om gebruikt te worden met reinigingsmiddelen die
geleverd of aangeraden worden door de fabrikant. Het gebruik van andere reini-
gingsmiddelen of chemische sto en kan de veiligheid van het apparaat nadelig
beïnvloeden.
-
Volg de instructies en waarschuwingen op het etiket van de acon tijdens het ge-
bruik van reinigingsmiddelen voor vloeren.
-
Gebruik geen reinigingsmiddelen die gevaarlijke reacties, dampen, warmte enz.
kunnen produceren.
-
Tijdens het gebruik kan stofnevel ontstaan. Inademing van stofnevel kan schade-
lijk zijn voor de gezondheid.
-
De werkgever moet een risicobeoordeling uitvoeren om de noodzakelijke bescher-
mende maatregelen met betrekking tot de vorming van stofnevels te speciceren,
afhankelijk van het te reinigen oppervlak en de omgeving. Beschermende mond-
kapjes van klasse FFP 2, gelijkwaardig of hoger, zijn geschikt voor bescherming
tegen het inademen van stofnevels.
-
Raak met de handen geen bewegende onderdelen aan.
In geval van storing en/of slechte werking van de machine, deze onmiddellijk uit-
-
schakelen (door accu's/elektriciteitsnet los te koppen) en niet proberen om de ma-
chine eigenhandig te repareren. Wendt u zich tot een technisch servicecentrum
van de fabrikant.
Het temperatuurbereik dat voor het gebruik van de machine is voorzien, ligt tussen
-
+4°C en +40°C; wanneer de machine niet gebruikt wordt, ligt dit temperatuurbereik
tussen +0°C en +50°C.
-
De vochtigheidsgraad waarbij de machine onder alle omstandigheden kan werken
is begrepen tussen 30% en 95%.
-
De machine moet werken op een hoogte van minder dan 2000 m.
-
Niet gebruiken om oppervlakken te reinigen op hellingen groter dan die op de
machine zijn aangegeven.
Niet gebruiken op hellingen groter dan die op de machine zijn aangegeven.
-
-
Bij gebruik van de machine op kleine hellingen, de machine niet dwars gebruiken,
door altijd evenwijdig aan de richting van de helling te blijven, altijd met de nodige
voorzichtigheid te rijden en niet om te keren.
-
De machine mag niet gebruikt worden door personen (kinderen inbegrepen) met
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of met onvoldoende ervaring
of kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of instructies hebben gekregen over
het gebruik van de machine van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Gebruik de machine niet voor het transport van personen/goederen of het trekken
-
van goederen.
-
Doe sieraden, horloges, stropdassen en dergelijke af.
-
De gebruiker dient voor zijn veiligheid altijd de persoonlijke beschermingsmidde-
len te gebruiken: beschermend schort of overall, antislip- en waterdicht schoeisel,
rubberen handschoenen, veiligheidsbril en gehoorbescherming, masker voor be-
scherming van de luchtwegen.
Voordat de machine wordt verlaten of vóór onderhoudswerkzaamheden:
-
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond.
-
Zet de machine af en verwijder de contactsleutel.
Als onderhoud wordt verricht:
Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd onder omstandigheden met vol-
-
doende zicht en verlichting.
-
Koppel de machine van de stroomvoorziening af, bij kabelmodellen door de stek-
NL
17