8.9.
Bedradingsvoorbeeld voor bedrading in de unit
Raadpleeg
afbeelding
22.
1
Voedingsbedrading
2
Bedrading tussen units
3
Klem vast op de elektriciteitskast met behulp van lokaal te
voorziene klemmen.
4
Wanneer de stroom-/aardingsdraden langs de rechterzijde
worden naar buiten gevoerd:
5
Bij het aanleggen van het afstandsbedieningssnoer en de
bedrading tussen de units, moet een afstand van 50 mm of meer
van de stroomdraden worden in acht genomen. Zorg ervoor dat
de stroomdraden geen verwarmde delen raken (
6
Klem vast tegen de achterkant van de kolomsteun met lokaal te
voorziene klemmen.
7
Wanneer de bedrading tussen de units via de leidingsopening of
via de voorkant wordt naar buiten gevoerd:
8
Wanneer de stroom-/aardingsdraden van de voorkant naar buiten
worden gevoerd:
9
Wanneer de stroom-/aardingsdraden langs de linkerzijde naar
buiten worden gevoerd:
10
Aardingsdraad
11
Let er bij het bedradingswerk op dat u de akoestische isolatoren
niet van de compressor losmaakt.
12
Voeding
13
Zekering
14
Aardlekschakelaar
15
Aardingsdraad
Voer de aardingsbedrading zodanig uit dat zij niet in
contact komt met de compressorbedrading. Als zij toch
met elkaar in contact komen, kan dit een nadelige invloed
hebben op andere toestellen.
9.
I
SOLEREN VAN DE LEIDINGEN
Na het uitvoeren van een lekkagetest en ontluchten van het systeem
moeten de leidingen worden geïsoleerd. Hou daarbij rekening met de
volgende punten:
Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
Isoleer altijd de vloeistof- en de gasleiding (voor alle units).
Gebruik hittebestendig polyetheenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C aan de vloeistofleidingen en poly-
etheenschuim dat een temperatuur van 120°C kan verdragen
aan de gasleidingen.
Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de
installatie-omgeving.
Omgevings-
temperatuur
≤30°C
>30°C
Op de isolatie kan condens ontstaan.
Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat
de buitenunit hoger staat dan de binnenunit, moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Raadpleeg
afbeelding
7.
1
Isolatiemateriaal
2
Dichtingsmateriaal, enz.
Isoleer lokale leidingen wegens het gevaar op brand-
wonden bij aanraking.
REMQ8~16P7Y1B
VRVIII-systeem airconditioner
4PW37156-1
).
Vochtigheid
Minimum dikte
75% tot 80% RV
15 mm
≥80 RV
20 mm
10. C
ONTROLE VAN DE UNIT EN
VOORWAARDEN VOOR INSTALLATIE
Controleer altijd de volgende punten:
Leidingen aanleggen
1
Controleer of de leidingdiameter de juiste is.
Raadpleeg
"6.2. Keuze van het leidingmateriaal" op pagina
2
Controleer of alles geïsoleerd is.
Raadpleeg
"9. Isoleren van de leidingen" op pagina
3
Controleer op defecte koelmiddelleiding.
Raadpleeg
"6. Koelleidingen" op pagina
Elektriciteitswerkzaamheden
1
Controleer op defecte voedingsbedrading of losse moeren.
Raadpleeg
"8. Lokale bedrading" op pagina
2
Controleer op defecte transmissiebedrading of losse moeren.
Raadpleeg
"8. Lokale bedrading" op pagina
3
Controleer of de isolatieweerstand van het hoofdvoedingscircuit
niet beschadigd is.
Meet de isolatieweerstand en controleer of de waarde conform
is met de toepasselijke lokale en nationale regelgevingen.
11. K
OELMIDDEL VULLEN
De buitenunit is in de fabriek gevuld, maar afhankelijk van de lengte
van de leiding na de installatie, kan voor de buitenunit meer
koelmiddel vereist zijn.
Volg de in dit hoofdstuk beschreven procedure voor het vullen met
extra koelmiddel.
U kunt geen koelmiddel bijvullen vooraleer alle lokale
bedrading en lokale leidingen voltooid zijn.
Koelmiddel vullen mag alleen na een lekkagetest en
vacuümdrogen.
De hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder
dan 100 kg bedragen. Dit betekent dat als de berekende
hoeveelheid koelmiddel gelijk aan of meer is dan 95 kg, u
uw systeem met meerdere buitenunits moet opdelen in
kleinere onafhankelijke systemen met elk minder dan
95 kg koelmiddel.
Zie het naamplaatje van de unit voor de fabrieksvulling.
11.1. Belangrijke informatie over het gebruikte
koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-
protocol vallen. Laat de gassen niet vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype:
R410A
(1)
GWP
waarde:
1975
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
Schrijf met onuitwisbare inkt,
de hoeveelheid koelmiddel van het product gevuld in de
fabriek,
de lokaal bijgevulde extra hoeveelheid koelmiddel en
+
de totale hoeveelheid koelmiddel
5.
16.
5.
11.
11.
Montagehandleiding
16