6.4.
Aansluiten van de koelleidingen
1
Aansluiting vooraan of opzij
De koelleidingen kunnen aan de voor- of zijkant worden
aangesloten (wanneer ze er langs onder worden uitgehaald)
zoals aangegeven op de afbeelding.
3
2
1
1
LET OP
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de
breekplaten
Let op dat u de behuizing niet beschadigt
Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, ver-
wijdert u best de bramen en brengt u reparatieverf
aan op de randen en omgeving om roestvorming
te voorkomen.
Omwikkel de bedrading met beschermtape om
beschadiging
uitbreekopeningen te voorkomen.
4 1 3 2 4
2
Dichtgeknepen leidingen verwijderen
Wanneer u een koelmiddelleiding aansluit op de buitenunit,
verwijdert u eerst de dichtgeknepen leiding. Laat de gassen niet
vrij in de atmosfeer.
Verwijder de dichtgeknepen leiding als volgt:
1.
Vergewis u ervan dat de afsluiter gesloten is.
2.
Sluit een vulslang aan op de servicepoorten van alle
afsluiters.
3.
Verwijder het gas uit de dichtgeknepen leiding.
4.
Wanneer al het gas uit de dichtgeknepen leiding is
verwijderd, brandt u het soldeersel weg en verwijdert u de
dichtgeknepen leiding.
Gas dat nog overblijft in de afsluiter kan de dicht-
geknepen leiding wegblazen, en zo schade of letsel
veroorzaken.
Zie
afbeelding
6.
1
Dichtgeknepen leiding
2
Brand dit soldeersel niet weg
3
Hulpleiding
4
Afsluiter
5
Servicepoort
REMQ8~16P7Y1B
VRVIII-systeem airconditioner
4PW37156-1
1
Aansluiting links
2
Aansluiting aan de
voorkant
3
Aansluiting rechts
bij
het
doorvoeren
door
1
Grote uitbreekopening
2
Kleine uitbreekopening
3
Boor
4
Punten voor boren
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale
leidingen.
Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de
afbeelding.
Gebruik de bijgeleverde bijbehorende leidingen
bij het uitvoeren van lokale leidingwerken.
Let er ook op dat de lokale leidingen geen
andere leidingen of bodem- of zijpaneel raken.
Vooral voor de onder- en zijaansluiting moet de
leiding met gepast isolatiemateriaal worden
beschermd, om te voorkomen dat ze de
behuizing kan raken.
3
Koelmiddelleidingen aansluiten op buitenunits
Op
afbeelding 8
de
koelmiddelleidingen op buitenunits.
LET OP
Alle lokale leidingen tussen units zijn lokaal
geleverd, behalve de accessoireleidingen.
Aansluiting aan de voorkant:
Verwijder het deksel van de afsluitklep om de aansluiting tot
stand te brengen.
Aansluiting aan de onderkant:
Breek de uitbreekopeningen in het onderste frame open en
geleid
de
afbeelding 9)
(B)
1
Afsluiter vloeistofleiding
2
Afsluiter aanzuiggasleiding
3
Afsluiter hogedruk-/lagedrukgasleiding
4
Afsluiter vereffeningsleiding
5
Soldeersel
6
Vloeistofzijdige accessoireleiding (1)
7
Aanzuiggaszijdige accessoireleiding (1)
8
Accessoireleiding hogedruk-/lagedrukgasleiding (1)
9
Vereffeningszijdige accessoireleiding (1)
10
Accessoireverbinding (hoek 90°) (1)
11
Accessoireverbinding (hoek 90°) (2)
12
Vloeistofzijdige accessoireleiding (2)
13
Aanzuiggaszijdige accessoireleiding (2)
14
In geval van REMQ8, REMQ10 of REMQ16:
Accessoireleiding hogedruk-/lagedrukgasleiding (1)
(Deze leiding moet op een lengte van 160 mm worden
afgesneden)
In geval van REMQ14 of REMQ16:
Accessoireleiding hogedruk-/lagedrukgasleiding (2)
15
Vereffeningszijdige accessoireleiding (2)
Vereffeningsleiding:
De vereffeningsleiding wordt gebruikt voor de onderlinge
aansluiting van buitenunits in een systeem met meerdere
buitenunits.
Wanneer de vereffeningsleiding wordt gebruikt voor de onder-
linge aansluiting van 3 buitenunits, moet u de montage-
handleiding van de leidingset voor meerdere aansluitingen van
buitenunits raadplegen.
LET OP
Zorg ervoor dat de lokale leiding niet in contact komt
met andere leidingen, het onderste frame of de
zijpanelen van de unit.
ziet u een voorbeeld van de aansluiting van
(Zie afbeelding 9)
(A)
leiding
onder
het
onderste
frame.
(Zie
Montagehandleiding
6