MSA
5.4.
Kalibratie
Kalibratieprocedure moet regelmatig gebruikt worden om de detectorfunctie aan
te tonen en te garanderen, dat het systeem correct functioneert. Over het
algemeen is de kalibratie in volgende gevallen noodzakelijk:
Tijdens het opstarten (initiële kalibratie)
Periodiek, afhankelijk van eisen van gebruikers of plaatselijke overheid
Na vervanging van een detector of wegens veiligheidsredenen
Tijdens de kalibratie moet o.a. worden gelet op de specificaties van de
detectoren,conform de betreffende gebruiksinstructies. (bijvoorbeeld
detectoropwarmingstijd, nulgas, testgassamenstelling, testgastoediening,
testgasadapter, leidingen en lengten, enz.).
De besturingseenheid laat twee soorten kalibratie toe voor ieder afzonderlijk
kanaal:
Manuele kalibratie ( Sectie 5.4.1)
"Eén mans" kalibratie ( Sectie 5.4.3)
Het verschil tussen deze procedures is alleen de benodigde tijd voor uitvoering
van de kalibratie.
Er wordt een bepaalde vertraging ingesteld voor "Eén mans" kalibratie om de
gebruiker toe te laten zelf nul- en testgas ter plaatse toe te dienen. Na terugkeer
kan hij de verkregen waarden aanvaarden of annuleren.
GasGard XL besturingseenheid voor wandmontage
(5) Gebruik bedieningstoetsen voor
instelling van:
– Aanvaarden van
wijzigingen en het menu te
verlaten.
– Niet aanvaarden van de
wijzigingen en het menu te
verlaten.
– Terugkeren naar het
systeemmenu.
CONFIGURATIE
43