7 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
83272244 1/2023-03 Ch
Montage- en bedieningsvoorschrift
Oliebrander WL5/2-B
7.2 Brander inregelen
Levensgevaar door elektrische schok
Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken.
Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken.
Tijdens de inbedrijfstelling controleren:
vlamsignaal [hfst. 7.1.1],
zuigweerstand of aanvoerdruk oliepomp [hfst. 5.1],
mengdruk [hfst. 7.1.2].
1. Brander in bedrijf nemen
Warmtevraag door de ketelregelaar noodzakelijk.
Brandstofafsluitinrichtingen openen.
Voedingsspanning herstellen.
LED-toets licht rood op.
LED-toets 1 seconde indrukken.
Brander start volgens het programmaverloop [hfst. 3.3.4].
2. Verbranding instellen
De pompdruk moet overeenkomstig de verstuiverkeuze ingesteld worden [hfst. 4.2].
Pompdruk op de manometer controleren.
Pompdruk via drukregelschroef 1 instellen:
druk verhogen: naar rechts draaien
druk verlagen: naar links draaien
1
Verbrandingswaarden controleren.
Verbrandingsgrens bepalen [hfst. 7.4].
Luchtovermaat via de luchtklep- en stuwplaatpositie instellen, daarbij de
bepaalde mengdruk in acht nemen [hfst. 7.1.2].
30-80