Dieselmotor
Ongeplande service > Stilstand motor
Inbedrijfstelling na langere stil-
stand
204
9.
Het koelmiddel aftappen, indien deze niet met een geschikt
vorst- en corrosiebeschermend middel is gemengd en een
bijbehorend instructiebord aanbrengen
Bij langere stilstand moeten de beschreven werk-
zaamheden elke 6 maanden worden herhaald,
waarbij de instructies hierna moeten worden aan-
gehouden:
–
de beschermolie 30/M uit het carter aftappen;
–
de boven beschreven sevicestappen herhalen.
Indien de buitendelen van de motor moeten
worden beschermd, moeten niet gelakte metalen
delen zoals vliegwiel, riempoelies en dergelijke
met de beschermvloeistof OVER 19 AR worden
besproeid. Riem, kabelstekkers en elektrische
inrichtingen mogen niet worden besproeid.
Alleen bedrijfsstoffen gebruiken die in de bedrijfs-
stoffenlijst zijn opgenomen.
1.
De resterende beschermolie 30/M uit het carter aftappen.
2.
De motor conform de voorschriften met smeermiddel in de
juiste hoeveelheid vullen.
3.
Het CFB-beschermmiddel uit het brandstofcircuit aftappen.
4.
De pluggen en/of afdichtingen van de aanzuig-, ventilatie- en
ontluchtingsopeningen van de motor afnemen, om deze weer
bedrijfsklaar te maken. De aanzuigleiding van de turbolader
op het luchtfilter aansluiten.
5.
De brandstofcircuits op de tank van de machine aansluiten.
Bij het vullen de brandstofretourleiding op een verzamelcon-
tainer aansluiten, om te voorkomen, dat resten van het CFB-
beschermmiddel in de tank van de machine stromen.
6.
De motor controleren, als voorgeschreven met koelmiddel
vullen en eventueel ontluchten.
7.
De motor starten en laten draaien, tot het stationair toerental
stabiel is.
8.
Waarborg, dat de motorparameters in SENCON plausibele
waarden en geen alarmen weergeven.
9.
De motor uitschakelen.
10.
De borden met opschrift "MOTOR ZONDER OLIE" verwij-
deren.
355.0.1026 Telescooplader
07.01.2019