7.2.3 Machine tanken
07.01.2019
WAARSCHUWING!
Gevaren bij de omgang met brandstoffen!
Hierbij zijn brandwonden, explosies en vergifti-
gingen mogelijk.
–
Roken en open vuur zijn verboden.
–
Voorkom vonkvorming.
–
Voorkom dat de brandstof in contact met het
lichaam komt.
–
Adem geen brandstofdampen in.
MILIEU!
Brandstof is schadelijk voor het milieu!
Brandstof die in de bodem of het water terecht-
komt, is schadelijk voor het milieu.
–
Let er bij het tanken op dat er geen brandstof
overloopt.
–
Gebruik voor het bijvullen van brandstof een
trechter.
–
Zorg ervoor dat de tanksnelheid bij het tanken
vanuit een tankwagen niet hoger is dan 120 l/
min.
Voorwaarden:
n
De machine is veilig geparkeerd.
n
De motor is uitgeschakeld.
1.
Controleer het peil in de tank.
ð Bepaal hoeveel brandstof er nog in de tank kan.
2.
Maak het vulgedeelte van de brandstofvulopening schoon.
3.
Open het deksel van de brandstofvulopening.
4.
Reinig de grove zeef.
5.
Tank voorzichtig brandstof via de brandstofvulopening.
6.
Deksel van de brandstofvulopening sluiten.
355.0.1026 Telescooplader
Bediening
Dagelijkse inbedrijfstelling > Machine tanken
101