3.5 Maatschetsen
G 5/8
G 5/8
45
P = druk (perszijde)
P
S
139
Afb. 1 Multi-functie ventiel, maatschetsen
4. Installatie
Waarschuwing
Het ventiel mag alleen worden geïnstalleerd door
bevoegd en gekwalificeerd personeel!
Waarschuwing
Bij werkzaamheden met chemicaliën dienen de voor-
schriften ter voorkoming van ongelukken, die van
toepassing zijn ter plekke van de opstelling, te wor-
den nageleefd!
Neem de informatie uit de veiligheidsbladen van de
chemicaliënfabrikant in acht bij het werken met che-
micaliën!
Waarschuwing
Draag altijd beschermende kleding
(bijv. veiligheidsbril en handschoenen)
bij werkzaamheden aan het product of aansluitingen
en leidingen!
Het systeem mag niet onder druk staan!
Bedien het systeem alleen als alle leidingen juist zijn
aangesloten!
Het multi-functie ventiel is bedoeld als een driewegklep.
Het heeft een instroomopening (A), een uitstroomopening aan de
perszijde (B), en een drukloze overdruk uitstroomopening (C).
Zie afb. 2.
Het multi-functie ventiel kan direct worden aangesloten op de
persklep van de doseerpomp.
Waarschuwing
Let op de stroomrichting (aangegeven door een pijl
op het ventielhuis).
S = veiligheid (overdrukzijde)
B
C
A
Afb. 2 Aansluitingen
1. Schroef de instroomopening (A) op de persklep van de pomp.
2. Sluit de persleiding aan op de uitstroomopening (B).
3. Sluit de overdrukleiding aan op de overdruk uitstroomopening
(C), en leid de drukloze vloeistof naar de tank of een
geschikte overloop.
4. Draai de schroeven van de behuizing na 72 bedrijfsuren
opnieuw aan. Max. draaimoment: 2,5 Nm.
5. Instellingen
Waarschuwing
De instellingen van het ventiel mogen alleen door
bevoegd personeel worden uitgevoerd!
De werkdrukken van het multi-functie ventiel zijn in de fabriek
ingesteld op de waarden die beschreven staan in paragraaf
3.4 Gegevens van multi-functie
Tijdens bedrijf hangen de werkdrukken van het ventiel van
diverse factoren af, bijv. het debiet, de slagfrequentie van de
pomp, of de tegendruk. Als een nauwkeuriger instelling nodig is,
dan moet het ventiel worden aangepast aan de plaatselijke
omstandigheden. Voor vloeistoffen met een viscositeit hoger dan
die van water (1 mPas) neemt de werkdruk van het ventiel toe.
5.1 Instellen van de overdruk
Waarschuwing
Risico op letsel! Stel de overdruk nooit hoger in dan
de maximaal toelaatbare werkdruk van doseersy-
steem en doseerpomp!
Als de fabrieksmatig ingestelde druk van 10 + 2 bar of 16 + 2 bar
moet worden gewijzigd, ga dan als volgt te werk (zie afb. 3).
Buig of breek de kleine pen aan de binnenzijde van
de beschermkap niet. Met een gebroken pen is de
Voorzichtig
daarmee corresponderende functie (ontluchten/leeg-
maken) onmogelijk.
1. Verwijder de beschermkap van de groene knop
(overdruk zijde).
2. Druk de veiligheidsbouten tegen elkaar met een buigtang met
smalle uiteinden.
3. Verwijder de ontluchtingsknop.
4. Gebruik voor het verhogen van de overdruk een buigtang met
smalle uiteinden om het schroefdraadgedeelte met de klok
mee in de behuizing te draaien tot de gewenste druk is
bereikt.
5. Gebruik voor het verlagen van de overdruk een buigtang met
smalle uiteinden om het schroefdraadgedeelte tegen de klok
in uit de behuizing te draaien tot de gewenste druk is bereikt.
6. Monteer de ontluchtingsknop weer. Beide veiligheidsbouten
moeten in elkaar grijpen.
7. Plaats de beschermkap terug.
Pos. Beschrijving
Instroomopening van het
A
ventiel
Uitstroomopening van
B
het ventiel
Overdruk uitstroomope-
C
ning
ventiel.
5