5. Werking en functies - LCD 107
tweepompensturing
Afbeelding
5
toont het bedieningspaneel van de CU 212-module.
1
CU 212
1
2
11
10
9
8
7
Afb. 5
Verklaring van de symbolen in afb. 5:
Pos.
Omschrijving
Eén groene verklikkerlamp voor iedere pomp, geeft de
1
startvertraging aan (knippert) en de werking van de
pomp (blijft branden).
Eén rode verklikkerlamp voor iedere pomp.
2
Knippert: Storing in PTC weerstand/thermo schakelaar
Aan: Fout in de motorbeveiliging.
Rode verklikkerlamp, geeft een verkeerde fasevolgorde
3
aan (alleen driefasige pompen).
4
Rode verklikkerlamp, geeft een algemene alarm aan.
ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar voor pomp 1,
5
drie standen, zie sectie
AUTO-keuzeschakelaar - LCD 107
ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar voor pomp 2,
6
drie standen, zie sectie
AUTO-keuzeschakelaar - LCD 107
Resetknop, drukknop voor het manueel resetten van de
alarmsignalen naar de externe alarmtoestellen en de
7
ingebouwde zoemer, zie sectie
OFF-AUTO-keuzeschakelaar - LCD 107 tweepompen-
sturing.
Oranje verklikkerlamp, wordt in werking gesteld door de
8
onderste peilmeter. Geeft het vloeistofpeil aan voor het
starten van de eerste pomp/gezamenlijk stoppen.
Oranje verklikkerlamp, wordt in werking gesteld door de
9
middelste peilmeter. Geeft het vloeistofpeil aan voor het
starten van de volgende pomp.
2 oranje verklikkerlampen, worden in werking gesteld
door de bovenste peilmeter. In geval van hoog alarm
10
knippert het bovenste verklikkerlicht en blijft het andere
branden.
Groene verklikkerlamp, geeft aan dat de stroomtoevoer
11
ingeschakeld is.
8
2 3 4
5
6
1
2
5.2 Resetknop en ON-OFF-
tweepompensturing.
5.2 Resetknop en ON-OFF-
tweepompensturing.
5.2 Resetknop en ON-
5.1 Functies van de batterijnoodvoeding -
LCD 107 tweepompensturing
Als er een batterijnoodvoeding voor de CU 212 (accessoire) is
geïnstalleerd, zullen de onderstaande functies uitgevoerd wor-
den, als de normale stroomtoevoer naar de LCD 107 uitvalt
(zie ook de onderstaande illustraties):
•
Het algemene alarm is actief, de rode verklikkerlamp brandt -
kan niet gereset (teruggesteld) worden!
•
Als het externe alarmtoestel voor algemeen alarm gevoed
wordt door een externe stroombron, zal dit toestel actief zijn:
het kan niet gereset worden met de resetknop!
•
De ingebouwde zoemer wordt in werking gesteld: kan gereset
worden met de resetknop!
•
Als het vloeistofpeil in de put stijgt tot boven het peil van het
hoog alarm, zal de oranje verklikkerlamp bovenaan knippe-
ren en de tweede oranje verklikkerlamp van bovenaan begin-
nen te branden en blijven branden.
•
Als de startvertragingsfunctie en het automatisch proefdraaien
ingesteld zijn (DIP-schakelaar 4), zal het starten vertraagd
worden, nadat de stroom is ingeschakeld, als het vloeistofpeil
voldoende hoog staat, zie sectie
instellen.
De onderstaande tabel toont de twee situaties die zich kunnen
voordoen, als de normale stroomtoevoer naar de LCD 107 uitvalt,
en als er een batterijnoodvoeding is geïnstalleerd:
= de verklikkerlamp is uit.
= de verklikkerlamp brandt.
= de verklikkerlamp knippert.
Stroomuitval:
CU 212
1
•
Het algemene alarm is actief.
2
De rode verklikkerlamp brandt.
•
De groene verklikkerlamp (stroom
ingeschakeld) is uit.
Stroomuitval en hoog alarm:
•
Het algemene alarm is actief.
De rode verklikkerlamp brandt.
CU 212
1
•
De oranje verklikkerlamp bovenaan
2
knippert.
•
De tweede oranje verklikkerlamp
bovenaan brandt.
•
De groene verklikkerlamp (stroom
ingeschakeld) is uit.
2.5 De LC 107 en LCD 107