2.5 De LC 107 en LCD 107 instellen
De modules CU 211 en CU 212 zijn uitgerust met een 10-delige
DIP-schakelaar in de hoek onderaan rechts, zie afb. 3.
Opmerking: De sturing moet minstens 1 minuut losgekoppeld
worden voor een juiste configuratie tijdens het opstarten en na
het veranderen van de DIP-schakelaarinstellingen.
De DIP-schakelaarinstellingen bieden de volgende mogelijkhe-
den:
•
keuze van de startvertraging en automatisch proefdraaien
(schakelaar 4),
•
instellen van de stopvertraging (schakelaars 5, 6 en 7),
•
keuze van het automatisch resetten van het alarm
(schakelaar 9),
•
keuze van het automatisch herstarten (schakelaar 10).
Afb. 3
De fabrieksinstellingen van de DIP-schakelaar staan in afb. 3.
Iedere afzonderlijke schakelaar (van 1 tot 10) van de DIP-schake-
laar kan ingesteld worden op de stand OFF of ON.
Opmerking: De DIP-schakelaar mag niet op andere schakelcom-
binaties ingesteld worden dan in deze sectie worden beschreven.
Stel de schakelaars 1 tot 10 als volgt in:
•
Schakelaars 1, 2 en 3, toepassingstype:
Als de instelling van de DIP-schakelaar wordt veranderd, moet
de sturing minstens 1 minuut uitgeschakeld worden!
Met deze instelling kiest u het toepassingstype.
•
Schakelaar 4, startvertraging en automatisch proefdraaien
(alleen in het geval van een reservevoeding met batterijen):
Als de instelling van de DIP-schakelaar wordt veranderd, moet
de sturing minstens 1 minuut uitgeschakeld worden!
Met deze instelling wordt het opstarten met 0 tot
255 sec. (willekeurig) vertraagd, nadat de stroom is
ingeschakeld, indien het vloeistofpeil voldoende hoog
staat.
Er wordt om de 24 uur automatisch proefgedraaid.
Nadat de stroom is ingeschakeld, zal de pomp onmid-
dellijk starten, indien het vloeistofniveau voldoende
hoog staat.
Er wordt niet automatisch proefgedraaid.
•
Schakelaars 5, 6 en 7, stopvertraging:
Als de instelling van de DIP-schakelaar wordt veranderd, moet
de sturing minstens 1 minuut uitgeschakeld worden!
De stopvertraging is de tijd van het stopsignaal tot het stilleg-
gen van de pomp.
De stopvertraging moet zo ingesteld worden dat de peilmeters
vrij boven het vloeistofoppervlak hangen als alle pompen uitge-
schakeld zijn. Zorg ervoor dat de pompen niet drooglopen.
0 sec.
15 sec.
30 sec.
45 sec.
•
Schakelaar 8:
Als de instelling van de DIP-schakelaar wordt veranderd, moet
de sturing minstens 1 minuut uitgeschakeld worden!
Schakelaar 8 heeft geen functie die verband houdt met
de toepassingen zelf, maar de instelling ervan mag niet
veranderd worden!
•
Schakelaar 9, automatisch resetten van alarmen:
Als de instelling van de DIP-schakelaar wordt veranderd, moet
de sturing minstens 1 minuut uitgeschakeld worden!
Met deze instelling worden de alarmsignalen naar de
externe alarmtoestellen en naar de ingebouwde zoe-
mer gereset. Nochtans kan een alarmsignaal alleen
teruggesteld worden als de storing niet meer bestaat.
Bij deze instelling moet het alarmsignaal manueel
teruggesteld worden met de resetknop (de resetknop
wordt beschreven in de secties
OFF-AUTO-keuzeschakelaar - LC 107 éénpompsturing
en
5.2 Resetknop en ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar
- LCD 107
tweepompensturing).
•
Schakelaar 10, automatisch herstarten:
Als de instelling van de DIP-schakelaar wordt veranderd, moet
de sturing minstens 1 minuut uitgeschakeld worden!
Deze instelling maakt automatisch herstarten mogelijk
nadat de PTC-weerstand/thermische schakelaar van
de motor de pomp heeft uitgeschakeld. Het herstarten
gebeurt pas als de motor afgekoeld is tot de normale
temperatuur.
Als de aangesloten pompen gebruikt worden in
zones met ontploffingsgevaar, mag schakelaar
10 niet in deze stand staan!
Bij deze instelling moet de pomp manueel herstart wor-
den, nadat de PTC-weerstand/thermische schakelaar
van de motor de pomp heeft uitgeschakeld. Om de
pomp te herstarten moet de keuzeschakelaar ON-OFF-
AUTO korte tijd in de stand OFF geplaatst worden (de
ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar wordt beschreven in
de secties
4.2 Resetknop en ON-OFF-AUTO-keuze-
schakelaar - LC 107 éénpompsturing
en ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar - LCD 107 twee-
pompensturing).
Als de aangesloten pompen gebruikt worden in
zones met ontploffingsgevaar, moet schakelaar
10 in deze stand staan!
60 sec.
90 sec.
120 sec.
180 sec.
4.2 Resetknop en ON-
en
5.2 Resetknop
5