®
VLT
HVAC Drive High Power
Bedieningshandleiding
4.2. Snelle setup
4.2.1. Modus Snelmenu
Parametergegevens
Het grafische display (GLCP) biedt toegang tot
alle parameters die worden vermeld onder het
Snelmenu. Het numerieke display (NLCP)
biedt enkel toegang tot de parameters van de
Snelle setup. Volg onderstaande procedure
om parameterinstellingen in te voeren of te
wijzigen met behulp van de [Quick Menus]-
toets.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Selecteer
en geprogrammeerd als persoonlijke parameters. De OEM van de luchtbehandelingskast (LBK) of
pomp kan deze parameters bijvoorbeeld bij de inbedrijfstelling in de fabriek al hebben gepro-
grammeerd in het Persoonlijk menu om de inbedrijfstelling/fijnafstelling ter plaatse eenvoudiger
te maken. Deze parameters zijn ingesteld via par. 0-25
parameters worden geprogrammeerd via dit menu.
Als par. 5-12
naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
Als par. 5-12
aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
Selecteer
•
•
Druk op de [Quick Menus]-toets.
Gebruik de toetsen [▲] en [▼] om
naar de te wijzigen parameter te
gaan.
Druk op [OK].
Gebruik de toetsen [▲] en [▼] om de
juiste parameterinstelling te selecte-
ren.
Druk op [OK].
Gebruik de toetsen [◀] en [▶] om
naar een ander cijfer binnen de pa-
rameterinstelling te gaan.
Het gemarkeerde gebied geeft aan
welk cijfer is geselecteerd voor wij-
ziging.
Druk op de toets [Cancel] om de wij-
ziging ongedaan te maken of druk op
de toets [OK] om de wijziging te be-
vestigen en de nieuwe instelling op
te slaan.
Persoonlijk menu
om alleen de parameters weer te geven die eerder zijn geselecteerd
Klem 27 digitale ingang
is ingesteld op
Klem 27 digitale ingang
Gemaakte wijz.
voor informatie over:
de laatste 10 wijzigingen. Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de laat-
ste 10 gewijzigde parameters te schuiven.
de wijzigingen die sinds de standaardinstelling zijn gemaakt.
MG.11.F1.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Voorbeeld van het wijzigen van een pa-
rameterinstelling
Stel dat par. 22-60
Uit
gesteld op
. U wilt de bewakingsfunctie
voor de ventilatorband – wel of niet defect –
echter inschakelen. Volg hiervoor onderstaan-
de procedure:
1.
Druk op de [Quick Menus]-toets.
2.
Selecteer
van de toets [▼].
3.
Druk op [OK].
4.
Selecteer
hulp van de toets [▼].
5.
Druk op [OK].
6.
Druk opnieuw op [OK] om
functies
7.
Selecteer
op [OK] te drukken.
8.
Gebruik de toets [▼] om [2]
te selecteren en druk op [OK] om de
nieuwe instelling te bevestigen.
De frequentieomvormer zal nu uitschakelen
(trip) wanneer een defecte ventilatorband
wordt gedetecteerd.
Persoonlijk menu
Niet in bedrijf
is voor klem 27 geen aansluiting
Vrijloop geïnv
is ingesteld op
4. Programmeren
Functie Defecte band
is in-
Functiesetups
met behulp
Toepassingsinst
. met be-
Vent.
te selecteren.
Functie Defecte
band door
Uitsch
.
. Er kunnen maximaal 20
. (standaardinstelling) is een
4
71