Let op!
Als u nog een mechanische rijregelaar gebruikt, die over een BEC-stekker beschikt, mag deze in geen
geval voor de stroomverzorging van de ontvanger worden gebruikt. De met deze stekker verbonden span-
ning is te hoog.
Gebruik in de plaats een afzonderlijke spanningsverzorging met vier batterijen of een 4- of 5-cellige ontvan-
geraccu.
Schakel de zender in en neem vervolgens de ontvanger in bedrijf. Bij een correcte koppeling tussen zender en ont-
vanger (normaal gezien af fabriek ingesteld) licht de rode controle-LED in de ontvanger (zie afbeelding 5, pos. 16).
Controleer de correcte werking van de ontvanger en de aangesloten servo's schakel deze aansluitend opnieuw uit.
b) Montage van de ontvanger
De montage van de ontvanger is in principe altijd afhankelijk van het model. Daarom dient u zich voor wat betreft de
montage aan de aanwijzingen van de modelfabrikant te houden.
Los daarvan dient u altijd te proberen de ontvanger zo te monteren dat deze optimaal beschermd is tegen stof, vuil,
vocht, hitte en trillingen. Voor het bevestigen zijn dubbelzijdig klevend schuimstof (servo-tape) of rubberringen ge-
schikt, die de in schuimstof verpakte ontvanger goed op zijn plaats houden.
Let op!
De antennedraad (1) heeft een nauwkeurig afgeme-
ten lengte.
Daarom mag de antennedraad niet worden opgerold,
in lussen gelegd of zelfs afgesneden. Dit zou het be-
reik enorm beperken en brengt bovendien aanzien-
lijke veiligheidsrisico´s met zich mee.
Voer de antennekabel door een rompopening uit het
model. Gebruik daarvoor het best de afstandsbedie-
ning van het meegeleverde antennebuisje.
Afbeelding 7
11